Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

 

Een fragment uit
De verstoorde geest
door Eric R. Kandel, vertaald door Henny Corver en FvdW


Het neurale circuit van de depressie

Tot voor kort waren psychiatrische stoornissen moeilijk te herleiden tot specifieke gebieden in de hersenen. Maar de huidige beeldvormende technieken, met name PET en fMRI, stellen onderzoekers in staat om althans een aantal componenten aan te wijzen van het neurale netwerk dat verantwoordelijk is voor depressie. Door patiënten die zich als vrijwilliger hebben aangemeld systematisch te onderzoeken heeft men ontdekt welke patronen van neurale activiteit zijn veranderd, en is het mogelijk om na te gaan in hoeverre antidepressiva en psychotherapie van invloed zijn op deze abnormale patronen van activiteit. Bovendien stellen recente beeldvormende technieken wetenschappers in staat om biomarkers in de hersenen te detecteren waaraan te zien is bij welke patiënten psychotherapie volstaat, en welke patiënten gebaat zijn bij een combinatie van medicatie en psychotherapie.

Helen Mayberg, neuroloog en momenteel werkzaam bij Emory University, heeft vastgesteld dat het bij depressie betrokken neurale netwerk verschillende knooppunten heeft, waarvan er twee met name belangrijk zijn: brodmanngebied 25 (cingulate cortex/area subgenualis) en de rechter insula anterior. Brodmanngebied 25 is een gebied waar het denken, de motorische controle en de aandriften samenkomen. Het is tevens rijk aan neuronen die serotoninetransporters – eiwitten die serotonine verwijderen uit de synaps – produceren. Dit is van belang, omdat serotonine een modulerende neurotransmitter is die wordt afgegeven door een bepaalde klasse zenuwcellen en bijdraagt aan de regulering van de stemming. Modulerende transmitters geven niet eenvoudigweg een impuls door van de ene cel naar de volgende, maar regelen de onderlinge 'afstemming' van hele netwerken of gebieden. Serotoninetransporters zijn vooral bij mensen met een depressie actief en zijn gedeeltelijk verantwoordelijk voor het verlagen van het serotoninegehalte in brodmanngebied 25. Het tweede belangrijke knooppunt, de rechter insula anterior, is het gebied waar zelfbewustzijn en sociale ervaring bij elkaar komen. De insula anterior staat in verbinding met de hypothalamus, die bijdraagt aan het reguleren van slaap, eetlust en libido, en met de amygdala, de hippocampus en de prefrontale cortex. De rechter insula anterior ontvangt van de zintuigen informatie over de fysiologische toestand van het lichaam en genereert in respons daarop emoties die van invloed zijn op handelingen en besluiten.

Een andere hersenstructuur die altijd betrokken is bij zowel de depressie als de bipolaire stoornissen is de gyrus (hersenwinding) van de cortex cinguli anterior. Deze structuur loopt parallel aan het corpus callosum (de hersenbalk), de bundel witte stof die de linker en de rechter hersenhelft met elkaar verbindt. De gyrus cinguli anterior is verdeeld in twee gebieden met een verschillende functie. Men denkt dat het ene gebied (het rostrale en ventrale deel) betrokken is bij emotionele processen en autonome functies; het heeft uitgebreide verbindingen met de hippocampus, de amygdala, de orbitofrontale cortex, de insula anterior en de nucleus accumbens, een belangrijk onderdeel van het dopaminecircuit dat verantwoordelijk is voor beloning en genot, zoals we zullen zien in hoofdstuk 9. Het andere gebied (het caudale deel) is vermoedelijk betrokken bij cognitieve processen en bij het controleren van gedrag; het staat in verbinding met de dorsale gebieden van de prefrontale cortex, de secundaire motorische schors en de cortex cingularis posterior.

Bij mensen met stemmingsstoornissen is de functie van beide gebieden verstoord, wat hun uiteenlopende emotionele, cognitieve en gedragssymptomen verklaart. Het gebied dat zich bezighoudt met emotie is tijdens een depressieve episode en de depressieve fase van de bipolaire stoornis voortdurend overactief. Zoals we zullen zien gaat een succesvolle behandeling met antidepressiva gepaard met een vermindering van de activiteit in een bepaald deel van dit gebied, de area subgenualis van de gyrus cingularis anterior.


© Frits van der Waa 2018