Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Verschenen in MGN-Info, jan./feb. 2002

Zaligsprekingen met een zwangere klank

'Het doet een beetje denken aan de verklaring van de Mensenrechten,' vindt Jan Rokus van Roosendael ''Zalig zij die treuren, zalig zij die vervolgd worden, zalig de armen van geest'. Eigenlijk gaat het over de underdog.'

Van Roosendael (41) ging niet over één nacht ijs bij het zoeken naar een tekst voor het nieuwe koorwerk waarom het Nederlands Kamerkoor hem gevraagd had. Uiteindelijk kwam hij terecht bij Mattheus 5: 3-11, de Zaligsprekingen. Op 30 januari zal het klinkende resultaat, een dubbelkorig stuk, The Beatitudes, voor het eerst te horen zijn in het Amsterdamse Concertgebouw.

Lange tijd heeft Van Roosendaal zich geöriënteerd op muziek uit oosterse culturen. Maar zijn zoektocht naar een evenwicht tussen cyclische principes en een doorgaande lijn leidde ten slotte terug naar Europa en naar het verleden: sinds enkele jaren heeft hij zich weer volop verdiept in de muziek van de renaissance en de vroege barok. Hij voelt zich vooral aangetrokken door de meerkorige muziek van Gabrieli en Monteverdi. 'Als je meer dan vier stemmen gebruikt krijg je een enorme rijkdom aan klank', zegt hij. 'Een klank die bijna te vol is voor het akkoord, een zwangere klank. Dat heb ik in dit stuk dan ook proberen te bereiken.'

The Beatitudes is niet alleen dubbelkorig, maar ook dubbeltalig. Elk van de negen delen opent met de tekst in het Engels, gezongen op een quasi-Gregoriaanse melodie. 'Dan weet iedereen waarover het gaat', aldus de componist. Daarna volgt een meerstemmige zetting van de latijnse tekst, die telkens gebaseerd is op de inleidende melodie. Van Roosendael gebruikt verschillende technieken uit de klassieke polyfonie. Spiegelcanons spelen een belangrijke rol, en het vijfde, centrale deel is zelfs een passacaglia. Naar goed Nederlands gebruik eindigt het werk met een slotkoraal.

De verschillende delen zijn heel verschillend van textuur en karakter. Wringende chromatiek wisselt af met diatonische onderdelen, gebaseerd op de kerktoonladders uit de renaissance, waaruit Van Roosendael heel nieuwe samenklanken wint.

'Het valt niet te ontkennen', zegt hij, 'dat een tonaal akkoord veel meer resonantie heeft. Daar heeft de mensheid mee gespeeld, door dat akoestische gegeven te verduisteren met dissonanten, met stemmen die onderweg zijn en dan botsen. Maar op een gegeven moment is die verduistering van de natuur totaal geworden. Ik speel daar veel meer mee: wat ik wil is dat een dissonant werkelijk weer een dissonant is.'


© Frits van der Waa 2008