Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Verschenen in Vrije Geluiden 1 van 19 februari 2000

Meneer Ma is gewoon Yo-Yo

Cellist Yo-Yo Ma verricht wonderen met vier snaren, vijf vingers en een strijkstok. In de derde en laatste aflevering van Tovenaarsleerlingen, een Villa Achterwerk-serie van Machteld van Gelder, leert hij Ephraïm en Immanuël het geheim: 'Muziek is energie.'

Als je bij het Concertgebouw door de artiesteningang naar binnen mag geeft dat een speciaal gevoel. Of je niet zo maar iemand bent. Nu zijn Ephraïm en Immanuël van IJzerlooi ook niet helemaal gewone jongens, zelfs niet op het eerste gezicht. 'My God! What's that hanging on your back?' grapt Yo-Yo Ma als de beide broers de solistenkamer – ook al zo'n bijzondere plek – binnenkomen. De jongens dragen allebei een cello op hun rug – Ephraïm (16) een volwassen exemplaar, Immanuël (13) een iets kleiner instrument, een 7/8 cello.

Yo-Yo Ma is niet alleen een van de beroemdste cellospelers ter wereld. Hij is bovendien – daar is iedereen die hem kent het over eens – de aardigste man die je maar kunt tegenkomen. Niemand heeft hem ooit boos zien worden, en zelfs van zijn voornaam word je al een beetje vrolijk. Meneer Ma? Kom nou. Hij is intussen 44 jaar, maar net als bij Michelangelo, Rembrandt en Elvis legt zijn voornaam meer gewicht in de schaal dan zijn toch al minimale achternaam. Het is gewoon Yo-Yo.

Ephraïm en Immanuël zijn door regisseuse Machteld van Gelder uitgenodigd om mee te doen aan de serie Tovenaarsleerlingen, waarin kinderen les krijgen van meestermuzikanten. Net als violist Isaac Stern en pianist Menahem Pressler, die in de vorige afleveringen te zien waren, weet Yo-Yo Ma op een heel eenvoudige manier duidelijk te maken waar het in muziek om gaat. Als Ephraïm en Immanuël een duo van Boccherini voor hem spelen vraagt hij ze om van partij te wisselen. Op die manier laat hij ze voelen wie op welke plek de leidende rol heeft.

De film is een echte reportage. De camera zwerft in losse polsbewegingen door de kamer, en zoomt dan in op Yo-Yo, die luisterend op de grond zit. 'That's beautiful!' zegt hij applaudisserend, en dat is geen woord te veel, want de twee broers kunnen er wat van. Tussen de bedrijven door krijgen we allerlei Yo-Yo's te zien: de grote solist, volkomen opgaand in een loepzuiver neergezette melodie, maar ook de pure pret van een optreden met Ernst Reijseger tijdens de Amsterdamse Uitmarkt, waarbij de twee cellisten een potje gitaar op hun instrument spelen.

Yo-Yo vertelt over zijn eigen kinderen, die ongeveer even oud zijn als de twee jongens, en legt uit hoe hij een nieuw stuk aanpakt. Eerst kijkt hij de muziek door, op zoek naar de lijn en de beweging: 'Dan zie ik allemaal kleine dingetjes – pakketjes energie, want muziek is energie.' Hij pakt de cello er pas bij als hij de muziek in zijn hoofd heeft.

Immanuël laat zijn stok over de snaren dansen in het Allegro appassionato van Saint-Saëns. 'Wat vind je leuk aan dit stuk?' vraagt Yo-Yo. 'Het is net spelen met vuur', zegt Immanuël in zijn beste Engels. Daar gaat Yo-Yo natuurlijk meteen op in. 'Kijk me aan terwijl je speelt,' zegt hij terwijl hij geknield op de grond gaat zitten. Hij boetseert de muziek mee in de lucht en wakkert de muziek als het ware aan. Maar het zijn vooral zijn ogen die het hem doen. 'Meer energie!', moedigt hij aan. 'Denk er aan, je speelt met vuur, maar vuur is ook een beetje gevaarlijk – het sproeit recht uit je cello!'

Dat is nog eens een leraar. Yo-Yo probeert je niet te leren wat hij weet. Hij laat je zien wat je uit jezelf kunt halen. Het is weliswaar geen tovenarij, maar wel razend knap.


© Frits van der Waa 2007