Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 4 september 1984, Kunst, recensie

SUPERIEURE KOREN OP SUCCESVOL FESTIVAL OUDE MUZIEK

L'Orfeo door the London Baroque futloos en vlak uitgevoerd

Festival Oude Muziek, Utrecht.

Met daverend applaus van een volledig uitverkocht Vredenburg is zondagavond het derde Festival Oude Muziek afgesloten. De bijval gold het Engelse koor The Sixteen, Ton Koopmans Amsterdam Baroque Orchestra, en hun uitvoering van Monteverdi's Maria-Vespers.

Het tweede weekeinde van het festival stond vooral in het teken van Monteverdi. Twee dagen eerder werd op hetzelfde podium de opera l'Orfeo ten gehore gebracht, in een concert-uitvoering door the London Baroque en het vocaal gezelschap Chiaroscuro.

Deze uitvoering stak in ongunstige zin af tegen die van de Vespers. Het musiceren zonder dirigent wreekte zich onverbiddelijk. Ondanks de haarzuivere intonatie en de grote rinnische souplesse van de instrumentalisten werd deze Orfeo een tamelijk vlak, futloos gebeuren met te lage tempi en te weinig drama. Daarbij waren de prestaties van tenor Nigel Rogers als Orfeo bepaald onder de maat. Rogers wordt volgens het programmaboek beschouwd als een "vooraanstaand vertolker van de barokke zangstijl", maar zijn geforceerd stemgebruik en teveel aan vibrato deden geen recht aan die reputatie.

Ook in de gloedvol gebrachte Vespers vormden Rogers' solistische bijdragen de dieptepunten. Maar dat werd ruimschoots gecompenseerd: dirigent Ton Koopman wist deze uitvoering precies de zwier en elan te geven, die de Orfeo zo ontbeerde. Behalve Rogers waren alle solisten afkomstig uit het koor The Sixteen. Ze leverden het klinkende bewijs dat een achtergrond als koorzanger een waardevolle eigenschap is voor een vocaal solist in dit genre.

Grootschaligheid

De superieure kwaliteit van de Engelse koren is in het Festival Oude Muziek al meer gebleken, onder andere in concerten van de Clerkes of Oxenford en van de Tallis Scholars. Maar ook een instrumentaal ensemble als The London Baroque is van een hier zelden gehoord niveau – met alle respect voor het Amsterdam Baroque Orchestra.

De grootschaligheid van werken als l'Orfeo en de Vespers is overigens niet erg typerend voor het Festival Oude Muziek. Karakteristieker zijn concerten met een paar honderd bezoekers. De meeste oude muziek komt dan ook het best tot zijn recht in de kleinere zalen en kerken, waar Utrecht rijk aan is, Daarom blijft ook volgend jaar de succesformule van het festival ongewijzigd: een kleine tweehonderd evenementen in het tijdsbestek van tien dagen, geconcentreerd in de Utrechtse binnenstad. Dit jaar werd een record-aantal van 45 duizend plaatsen verkocht (in 1982 was dat 30 duizend, in 1983 40 duizend).

De honger naar "oude muziek" is immens. Bezien in dat licht is het spijtig dat de liefhebber er maar tien dagen per jaar op wordt getracteerd, al is het dan ruimschoots. Het is bovendien de vraag of het wel goed is dat dit repertoire (dat zich uitstrekt van Gregoriaans tot Mozart) zo apart in een hokje wordt gezet.

Een zekere mate van integratie met de rest van het Holland Festival zou een eerste stap kunnen zijn naar het opheffen van de toch altijd wat krampachtige scheidslijnen tussen "oude", "klassieke" en "eigentijdse" muziek.


© Frits van der Waa 2006