Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 26 augustus 1985, Kunst, reportage

EURO-FESTIVAL RELIGIEUZE MUZIEK IN MAASTRICHT

Publiek aarzelt: Applaus, is dat wel eerbiedig?

"De profundis clamavi ad te, Domine... " In steeds wisselende klankgewaden resoneren de devote woorden door de gewelven van de Maastrichtse St.Theresiakerk. Een Gregoriaanse melodie, een Bach-koraal, twintigste-eeuwse geluidskussens en botsende meerstemmigheid. Maar de boodschap is steeds dezelfde: "Uit de diepte roep ik tot U, O heer", in de moderne composities heel letterlijk uitgebeeld met lage, duistere geluiden, waaruit alt- en sopraanstemmen opstijgen als symbool van de glorende hoop.

Het is het openingsconcert van het derde Maastrichtse Euro-festival Religieuze Muziek, een reeks van ruim zeventig muzikale evenementen die zich tot en met komende zondag afspeelt in de Stadsschouwburg en de talloze kerken van de Limburgse hoofdstad.

Nergens in Nederland is het contrast tussen het profane en het sacrale zo groot als in Maastricht. Heiligenbeelden staren van alle straathoeken op je neer. Het stadhuis heeft twee trappen, één voor de kerkelijke, één voor de wereldlijke heersers. En voor de monumentale steenmassa van de Sint Servaas-basiliek woedt het jaarlijkse Preuvenemint, een groot bourgondisch tentenkamp, waar de eethuizen van Maastricht en omstreken drie dagen lang een vette barbecue-walm uitspreiden over het Vrijthof (uitgesproken als Vreethof).

Hier wordt uitsluitend de religie van de maag beleden. Naast Chinese, Joegoslavische en Mexicaanse lekkernijen zijn er Limburgse specialiteiten als stumpkes, huitvleis en gepeersde kop te genieten. Bier en wijn vloeien rijkelijk, terwijl een opgewekte fanfare naadloos de bocht neemt tussen een aria uit Die Zauberflöte en 'k Heb mijn wagen volgeladen.

Maria verering

Ook voor de Onze Lieve Vrouwebasiliek, enkele honderden meters verderop, is het een drukte van belang. De bezoekers van de Vesperdienst moeten zich een weg banen door een informatiemarkt voor aankomende eerstejaars-studenten en het Straattheaterfestival. De lange rijen brandende kaarsen in de kapel van de "Sterre der Zee" getuigen ervan dat de Maria-verering hier nog springlevend is.

In de Middeleeuwse mergelstenen muren valt het licht naar binnen door glas-in-lood, waarin de ontwikkeling van de vroege Barok naar het Fauvisme in kort bestek te volgen is. De dienst wordt in- en uitgeleid door een organist die het niet al te nauw neemt met de gangbare harmonieleer, maar de Schola, het koor van de Basiliek blijft met het gebedsmolen-achtige psalmodiëren geheel binnen de esthetiek van het Gregoriaans. In perfecte choreografie voltrekken de priester en zijn acolieten het ritueel, versluierd door grote wierookwolken.

Pure liturgie

"Gregoriaans is geen concert-verhaal", zegt festival-directeur Theo Kersten. "Het is pure liturgie. Maar buiten die liturgieviering heb je ook muziek die in de kerk gespeeld werd. bijvoorbeeld de sonata da chiesa. Het begrip "religieuze muziek" is een soort koepel. Iemand als Messiaen heeft veel muziek gemaakt die religieus is zonder dat hij kerkelijk gebonden is. In dit festival willen we de aandacht vestigen op dát facet van de muziek."

Het dagblad Trouw en de KRO, belust op profilering, volgen het Festival van dag tot dag: zowel godsdienstig als muzikaal laat de formule ruimte voor een breed spectrum. Een spectaculair onderdeel wordt de voorstelling Passion 2000 door het Staatsopera-ballet van Lodz (Polen), op 29, 30 en 31 augustus, waarin fragmenten uit de muziek van Bach worden gecombineerd met Poolse popmuziek van Gabor Presser. "Die Aussage der Passionsgeschichte bleibt unangetastet". deelt het gezelschap geruststellend mee in zijn persmap. Andere hoogtepunten zijn Händels Messiah, uitgevoerd door Ton Koopmans Amsterdam Baroque Orchestra en het koor The Sixteen (29 augustus), en een optreden van Musica Antiqua Köln en de Jugendkantorie Dormagen met Bachcantates – zij het niet van Johann Sebastian, maar van Heinrich, Johann Christoph en Johann Michael Bach (30 augustus).

Op 26 augustus brengt het Vlaamse ensemhle Capilla Flamenca een reconstructie van een zestiende-eeuwse Hooghmisse met loff, terwijl het Limburgs Vocaal Ensemble twee dagen later een Lutherse eredienst op basis van Schütz' Geistliche Gesänge uitvoert.

Rode draad

Ook voor volgend jaar heeft Kerstens grote plannen op stapel staan: "Een van de rode draden wordt de verbinding tussen joodse, vroeg-christelijke en Gregoriaanse muziek. Verder zijn we driftig doende om de samenwerking met het Festival van Vlaanderen op poten te zetten. We voeren onderhandelingen met Penderecki over zijn nieuwe Requiem dat in oktober in Berlijn wordt uitgevoerd, en met het Limburgs Symphonie Orkest over de Missa solemnis van Beethoven. En er is een redelijk grote kans dat de opera van Brussel Le Martyre de Saint-Sébastien van Debussy in concertante uitvoering gaat brengen."

Tot op het laatste ogenblik is er gesleuteld en gewijzigd aan de programma-opzet. Zo is het voor 28 augustus aangekondigde Bach-Schütz-programma, nog na het drukken van affiches en agenda's, vervangen door een optreden van het vocaal kwintet Pentacost, met werk van uiteenlopende componisten, gekozen aan de hand van de katholieke liturgie. "Dat er iets vervalt is heel normaal", aldus Kersten, "Het begin is een soort blauwdruk. die misschien wel iets hoger en verder reikt dan mogelijk is. Je werkt met levende mensen; er hoeft maar iemand ziek te worden en je moet inspringen. Het is zoeken naar kwaliteit met een grote verstaanbaarheid. Daarbij spelen de amateurs ook een belangrijke rol. De kerkmuziek, en zeker de Westeuropese, bestaat bij gratie van amateurmusici. Dus als je die mensen buitensluit leg je de verbindingen niet goed."

De amateurmusici zijn niet alleen bij verschillende kooruitvoeringen te horen, maar verzorgen ook elke ochtend koffieconcerten in drie Maastrichtse hotels. Onder het onritmisch gerammel van kopjes klinkt kamermuziek van Telemann, Lully en Rameau in een opvallend verdienstelijke uitvoering door een musicerende familie uit het Luikse. Voorbijgangers staren nieuwsgierig naar binnen: geleidelijk aan groeit het publiek zozeer dat een hartelijk slotapplaus mogelijk wordt.

Het belang van de amateuristische muziekbeoefening wordt nog benadrukt met de aanwezigheid van de Sint Gregorius Vereniging, de overkoepelende organisatie op het gebied van katholieke kerkmuziek, die komend weekeinde voor zijn jaarlijks congres neerstrijkt in Maastricht. In het kader daarvan is in de Stadsschouwburg een expositie ingericht van Nederlandse katholieke liedbundels, onder de titel Tot stichtelijcke en een gheestelijcke Vermackinghe. De tentoonstelling bestrijkt een periode die begint met de Souterliedekens uit 1613 en eindigt met Het Gulden Wierookvat uit 1895.

In de tegenoverliggende hoek van de zaal bevindt zich het pronkstuk: een handschrift uit 1582 met werken van Orlandus Lassus, dat al jaren in het bezit van de Gregoriusvereniging was maar waarvan het belang pas onlangs werd ontdekt. Een diaserie toont hoe de restauratie van het manuscript in zijn werk ging. "De bladzijden worden vochtig gemaakt met isopropylalcohol". neuzelt een meisjesstem, en dan, ten overvloede: "De inkt is bestand tegen het schoonmaakmiddel." Boven de verbleekte calligrafie van de Codex staart een groot portret van Lassus laatdunkend neer op de bezoekers.

Die avond bewijzen de vier zangers van The 5cholars dat de Engelse zangcultuur superieur is aan de Nederlandse. Daarnaast wordt aangetoond dat het begrip "religieus" buitengewoon rekkelijk is. Met zijn dubbelzinnige liefdesliederen en minneklachten uit de Renaissance is het concert haast een ontwijding van de middenin een kloostercomplex gelegen Cellebroederskapel.

Er is die dag een huwelijk ingezegend: voor de ingang ligt een laagje rijst op te zwellen in de gestaag vallende regen. Binnengekomen werp ik een blik over mijn schouder: vanuit een nis staart een doodshoofd de kapel in. Cogita mori. Wees de dood indachtig. In het Muziekjaar 1985 een haast overbodige vermaning.

De hofcomponist van Elizabeth I, Thomas Tallis, die in 1585 de laatste adem uitblies, wordt in de Waalse Kerk herdacht door de vijf zangers van Pentacost. Het publiek aarzelt na het eerste blokje van vier motetten: Mag er geklapt worden? Is dat wel eerbiedig? Het duurt een paar gespannen seconden tot iemand het ijs breekt. Dan ruist de weelderige meerstemmigheid met zijn vreemde dissonanten opnieuw omhoog naar het blauw geschilderde koepelplafond. Er zitten zelfs sterren op. De hemel is niet ver af in dit kleine kerkje.. "As it was in the beginning, is now, and ever shall be, world without end, Amen."


© Frits van der Waa 2006