Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 2 december 1985, Kunst, recensie

KAMERMUZIEK IN VARA-MATINEE

Briljante vertolking van C.Ph.E. Bach

VARA-matinee: Kamermuziek van Carl Philipp Emanuel Bach. Uitvoerenden: Ensemble Melante '81, m.m.v. Frans Brüggen. Leiding: Bob van Asperen. Plaats: Concertgebouw, Amsterdam. Radio: Vanavond, Radio 4.

Terugkijken op de geschiedenis is een rare bezigheid. Want altijd weer gebeurt dat door een soort omgekeerde Polaroid-bril die de schitterende plekjes extra benadrukt. De periode tussen de Gouden Eeuw en de Franse Revolutie leek op de lagere school een van de saaiste episodes in de vaderlandse geschiedenis. Terwijl er toch echt wel wat gebeurde in die jaren.

Met de muziek is het al net zo. Afgaande op de staalkaart van het "ijzeren repertoire" zit tussen het overlijden van Johann Sebastian Bach in 1750 en de activiteiten van Haydn en Mozart een zwart gat, waarin vooral mindere goden opereerden. Larie natuurlijk. Zonder die "mindere" goden, die bovendien in hun eigen tijd zeer werden vereerd, had de muziek van de Weense klassieken nooit zo kunnen klinken.

In de VARA-matinee van afgelopen zaterdag werd aandacht geschonken aan de belangrijkste componist van dat "stadhouderloze tijdperk" uit de muziekgeschiedenis, Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788), een zoon van de nu zo beroemde, maar toentertijd vrijwel vergeten Johann Sebastian. Met een zestal kamermuziekstukken boden klavecinist Bob van Asperen en zijn ensemble Melante '81 een schets van deze ten onrechte op de achtergrond geraakte muzikale persoonlijkheid. Het concert was een onderdeel van het speciale oude-muziek-compartiment van de VARA-matinee, een zestal programma's onder het motto "Van Josquin tot Mozart". Het volgende concert, op 14 december, omvat muziek van onder andere Cesti en Monteverdi, op teksten van Torquato Tasso.

Hoewel grondig gedrild door zijn vader ontwikkelde C.Ph.E. Bach zich in een heel andere richting. De wat academische componeertrant uit de Barokperiode maakte bij hem plaats voor helderheid, expressieve melodieën en dynamische tegenstellingen. Die stijl staat nu bekend als Empfindsamkeit, waarbij empfindsam niet volgens het woordenboek moet worden vertaald als "sentimenteel", maar eerder als "gevoelvol". Het was een kleine muzikale revolutie. Maar de moderne luisteraar hoort muziek die ergens tussen J.S. Bach en Haydn in ligt en geeft zich veelal geen rekenschap van de stoutmoedige manier waarop de sterk contrasterende, soms grillige gedachten naast elkaar zijn gezet.

Dat kenmerk loopt als een rode draad door Bachs oeuvre, van het aan Telemann herinnerende Trio voor traverso, viool en basso continuo uit 1745, tot in het Kwartet uit 1788, dat met zijn gevarieerde melodische motieven en onafhankelijk van elkaar opererende cello- en klavecimbelpartijen wel heel ver van de barok-esthetiek verwijderd is. Frans Brüggen, die gelukkig zijn fluitistencarrière niet geheel heeft opgeofferd aan zijn dirigentschap bij het orkest van de Achttiende Eeuw, fungeerde in beide stukken als gastspeler op de traverso.

De musici van Melante '81 brachten C.Ph.E.'s muziek op hun authentieke instrumenten briljant tot klinken. Alleen in de Symfonie nr.5 hadden de strijkers enige intonatieproblemen. Haast onvermijdelijk met zo'n strakke, niet-vibrerende toon.

De Freie Fantasie fürs Clavier "Emanuel Bach's Empfindungen" was van dit concert ongetwijfeld het meest representatieve werk van de componist. Het is uitdrukkelijk voor klavichord geschreven. Carl Philipp Emanuel, klaviervirtuoos en auteur van Versuch über die wahre Art das Clavier zu spielen, prefereerde dit instrument boven het klavecimbel, omdat het rijkere dynamische schakeringen en expressie: toelaat. Helaas is het klavichord absoluut geen concertinstrument, met zijn intieme klank, ijl als spinrag. Zelfs met kracht bespeeld komt het nauwelijks boven fluistersterkte uit. Van deze Fantasie, een gewaagd en heel individueel stuk, waarin de componist zijn verbeelding de vrije loop laat, bleef in de Kleine Zaal dan ook bitter weinig over. Het geringste hoestje was al genoeg om de subtiele nuances die Bob Van Asperen in zijn spel legde te overstemmen. Gelukkig stond de VARA-microfoon heel dichtbij. Vanavond al is dit muziekstuk weer terug waar het thuishoort: in de huiskamer.


© Frits van der Waa 2006