Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 12 oktober 1987, Kunst, recensie

Groot-Gelderse Sacre klinkt respectabel

Skrjabin, Tsjaikofski en Stravinsky door het Gelders en het Brabants Orkest in het Casino, Den Bosch.

Als de nieuwe "correctie" van minister Brinkman op het "overaanbod" aan symfonische muziek doorgang vindt, zullen de regionale orkesten meer nog dan voorheen de handen ineen moeten slaan.

Dat gebeurt nu al geregeld. Het Frysk en het Noordelijk Filharmonisch Orkest bijvoorbeeld, beide door Brinkman op de dodenlijst gezet, werken de komende week samen in vier uitvoeringen van Mahlers Tweede symfonie. Begin november volgt een Prometheus van Skrjabin bij het NFO, weer met hulp van orkestleden uit Leeuwarden. Van dezelfde Alexander Skrjabin brengt het Gelders Orkest, aangevuld met hulptroepen uit het Brabants Orkest, tot en met 16 oktober Le poème de l'extase, en Stravinsky's Sacre du printemps in Amersfoort, Eindhoven en Nijmegen.

"Voor de eerste keer de Sacre bij het Gelders Orkest", meldde het gezelschap met een trots uitroepteken. Het is maar hoe je er tegenover staat. Als ik een orkest was, zou ik met zo'n late primeur niet durven pronken; de reputatie van de Sacre stond kort na de geruchtmakende première in 1913 al vast. Maar of de trots nu misplaatst was of niet, de Gelderlanders en de Brabanders kweten zich met de Sacre op een respectabele manier van hun "primair symfonische taak".

Die taak zal er intussen niet lichter op worden als ze – samen met een nieuw te formeren Noordelijk Orkest – als enige volwaardige regionale symfonie-orkesten overblijven. "Volwaardig" moet in dit metier beschouwd worden als een uiterst rekbare, discutabele. term. Voor groot bezette stukken als de Sacre en het Poème de l'extase heeft zelfs het Concertgebouworkest amper genoeg musici in huis. Regionale orkesten van 75 man zullen ook minder opzienbarende projecten niet kunnen realiseren zonder incidentele – dus altijd precaire – samenwerkingsverbanden.

Het is een interessante en wegens de zware belasting voor de musici niet dikwijls geprogrammeerde combinatie: Skrjabins geëxalteerde Poème uit 1908, een hybride uitloper van de Romantiek met eindeloos zwelgende, naar het opperste behagen strevende, wriemelende klankmassa's, tegenover de rituele, bijtende en hamerende "beelden van het heidense Rusland", zoals de ondertitel luidt die Stravinsky zijn afrekening met de negentiende eeuw meegaf. Tsjaikofski's Vioolconcert, met Jean-Jacques Kantorow als solist, fungeert tussen de twee hoofdschotels als korte snack.

De Belgische dirigent Georges Octors, vaste gastdirigent bij het Gelders Orkest (en bekend van het Brusselse Koningin Elisabeth-concours), heeft het gecombineerde ensemble in korte tijd een stalen discipline op weten te leggen. Skrjabins Poème kreeg vleugels, en een orkestrale gloed waar zelfs de troosteloze akoestiek van het Bossche Casino nauwelijks afbreuk aan kon doen. Stravinsky's Sacre klonk in een nagenoeg perfecte uitvoering, met een precisie en een balans die van wilskracht en concentratie getuigden. Jammer alleen van die twee slotmaten, waar de spanning plotseling omsloeg in een zenuwachtige laatste ademtocht.

En merkwaardig dat sommige altviolisten, getuige hun verwoede pogingen tot vibrato en molto espressivo, zelfs na bijna 75 jaar nog niks van het stuk begrepen hebben. Maar desondanks een Sacre waarin de puntjes op de i staan, bij alle spijkerharde, onregelmatige accenten en de niet minder meedogenloze rusten daartussen.

"Samenwerking" van orkesten kan er op papier mooi uitzien, maar in de praktijk blijkt maar al te vaak dat samenwerking nog iets anders is dan samenklank en samenspel. De groot-Gelderse Sacre vormt een prettige uitzondering.


© Frits van der Waa 2006