Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 16 februari 1988, Kunst, recensie

DE VRIES NAAST STRAVINSKY IN MATINEE

Phrases: klappen en dromen

VARA-matinee: Muziek van Stravinsky en De Vries, door het Radio Filharmonisch Orkest, het Groot Omroepkoor en solisten o.l.v. Kenneth Montgomery in het Concertgebouw, Amsterdam.

In de achtdelige cyclus Starring Stravinsky, een onderafdeling van de wekelijkse VARA-matinees, wordt het werk van Stravinsky telkens gecombineerd met dat van andere componisten. De vierde aflevering, zaterdag, bevatte het melodrama Perséphone, een drietal door Stravinsky voltooide Gesualdo-madrigalen, en daarnaast een nieuw werk van Klaas de Vries, Phrases.

Op het eerste gezicht geen gekke combinatie. Net als veel andere Nederlandse componisten is De Vries beïnvloed door Stravinsky, maar hij geeft aan die invloed een eigen draai. Zijn muziek wordt eerder gekenmerkt door een streven naar expressiviteit en klankrijkdom dan door het droge, ascetische terug-naar-de-noten-ideaal, dat door veel Stravinskyanen wordt beleden.

Phrases, een stuk voor sopraansolo, orkest, koor, en zes instrumentale solisten, is gecomponeerd bij het vijfentwintigjarig bestaan van de VARA-matinee en had dus twee jaar geleden al zijn eerste uitvoering moeten beleven.

De muziek van Phrases klinkt fraai, het stuk is voortreffelijk geïnstrumenteerd, en dankzij de kundige directie van Kenneth Montgomery leverden het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor bovendien een uitgebalanceerde, geconcentreerde uitvoering.

Klankversmeltingen zijn zo toonaangevend in deze muziek dat de bijdrage van sopraan Maria Orán soms ten onder ging in het weefsel van stemmen die uit het orkest en het koor opstijgen. Dat is ongetwijfeld met opzet. Maar wat de functie was van de zes soloblazers, die achter het orkest staan opgesteld, bleef onduidelijk.

De Vries noteert in zijn toelichting "dat het bij het schrijven van de muziek niet mogelijk bleek vaststaande criteria te formuleren voor het doen van keuzen op het gebied van toonhoogte, ritme, vorm, etc." De impulsieve indruk die Phrases bij eerste beluistering maakt komt niet uit de lucht vallen.

Helaas is die eigenschap hier eerder een zwakte dan een kracht. Het stuk pendelt gedurende twintig minuten heen en weer tussen passages met harde, steenachtige klappen en dromerige, introverte onderdelen waarin verschillende muzikale lagen elkaar overspoelen. Er is ruisend koper, er is een koraal, tegen het eind is er verbrokkeling en een climax, en het is allemaal zo déjà vu.

Het is uiteraard niet eerlijk om welke componist dan ook te vergelijken met Stravinsky. Toch kon de spaarzame eenvoud van diens Perséphone de indruk dat De Vries zich met Phrases verstrikt heeft in muzikale overdaad alleen maar bevestigen. Wat Stravinsky bereikt met een enkele verschoven basnoot, met een simpele ritmische verlenging, of door een tegendraadse instrumentale combinatie is onnavolgbaar.

Alleen al door zijn vocale bezetting is Perséphone (op tekst van André Gide) een merkwaardig stuk. De partij van Persephone is geschreven voor spreekstem. Recitante Geneviève Page, die beschikt over een sterke diseuse-alt, wist die muzikale curiositeit tot een welsprekend en inhoudelijk gegeven te maken. Verder is er slechts één gezongen solopartij (Eumolpus, bij deze uitvoering minnetjes vertolkt door de Braziliaanse tenor Aldo Baldin) en is er een belangrijke rol weggelegd voor de koren (een gewoon koor en een kinderkoor).

Perséphone is niet Stravinsky's beste werk. Hier en daar is de muziek erg dun, of krijg je het gevoel dat hij dezelfde gedachte ergens anders overtuigender heeft neergezet. Maar in de overbrugging van de muzikale tijd en in de dramatische aaneenschakeling van in zichzelf besloten en schijnbaar statische muzieken, daarin toont zich de meestercomponist.

De drie Gesualdo-madrigalen, waarvoor Stravinsky in de jaren vijftig de ontbrekende stemmen bijcomponeerde, fungeerden in dit programma als een interessante voetnoot. Jammer alleen dat het Omroep Kamerkoor deze bij produkten van de meester zo vlak en weinig doorzichtig uitvoerde. Want het zijn stukken die je vermoedelijk nooit meer zult horen. Voor die ene keer – en juist in deze serie – zou het dan ook echt goed moeten gebeuren.


© Frits van der Waa 2006