Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 2 juni 1988, Kunst, recensie

Wonderkindsyndroom slaat toe in concours

AMSTERDAM - Lang had de jury er niet voor nodig om uit de zes finalisten van de Eurovisie-wedstrijd voor jonge musici drie winnaars te plukken. Het mocht ook niet, want de rechtstreekse uitzending liep in twaalf landen door, en zoiets kost geld.

Toch was het nog verbazend dat de negen juryleden, onder wie gezaghebbende musici als dirigent Roberto Benzi, violist Herman Krebbers en pianist Pascal Rogé, de zaak binnen het kwartier beklonken hadden. En dat de eerste prijs werd toegekend aan de dertienjarige Oostenrijkse violist Julian Rachlin was niet minder verrassend.

Daar moet dezelfde vertederde Ach en Bravo-stemming achter gezeten hebben die zich na de slotakkoorden van Wieniawsky's Tweede Vioolconcert van de zaal meester maakte: net een groot mens, die kleine jongen die zich bedaard door de halsbrekende kriebels en krabbels van de 19-de-eeuwse vioolvirtuoos en -componist heenwerkte.

Rachlin is een opzienbarend fenomeen, maar wat er uit hem kan groeien is, ondanks die eerste prijs, nog onvoorspelbaar. De tweede prijs voor de achttienjarige pianist Leif Ove Andsnes lijkt een zekerder garantie voor toekomstig succes te bieden. De jonge Noor liet zich niet uit balans brengen door het hier en daar overdadig uitbarstende orkest en distilleerde, ogenschijnlijk moeiteloos, uit de hoekige klanken van Prokofjefs Tweede Pianoconcert een elastisch en spiritueel betoog.

De buiten de prijzen gebleven Duitse cellist Nikolai Schneider (19) toonde zich een door de wol geverfd musicus, ondanks het gestruikel over kabels en microfoons waarmee hij het Eerste Celloconcert van Saint-Saëns in- en uitleidde. Het is jammer dat dit celloconcert, alle supervirtuoze passages ten spijt, zo'n in-braaf stuk is. Schneider, wiens toongeving eerder uitblinkt door zangerige lyriek dan door een grote intensiteit, wist dat niet te doorbreken.

Een haast tegengesteld temperament was te beluisteren bij de Italiaanse violist Domenico Nordio (17), die het eerste deel van Sibelius' Vioolconcert met veel lef te lijf ging, risico's niet schuwde, en de derde prijs in de wacht sleepte. Temidden van de vele verbazende hoogstandjes handhaafde hij de grote lijn van het stuk opmerkelijk goed. Maar daaronder schuilden onrustige, soms haast onzuiver genomen details.

Voor het Radio Filharmonisch Orkest en dirigent Sergiu Comissiona was het een zware avond: een aaneenschakeling van Mozart, Strauss, Sibelius, Saint-Saëns, Wieniawsky en Prokofjef, met daartussen nauwelijks adempauze. Na een uitstekend begin sleet het spelniveau geleidelijk wat af. Vooral de bekroonde Rachlin had te kampen met gebrek aan coördinatie in de begeleiding, wat zijn niet steeds evenwichtig spel ten dele verklaart.

Rachlins opmerkelijk talent is een regelrecht wonder. Maar zijn de rijpheid van Andsnes of het élan van Nordio minder wonderbaarlijk omdat die jongens toevallig drie of vier jaar eerder geboren zijn en derhalve de 1 meter 75-grens gepasseerd zijn? Juist bij een wedstrijd voor musici van maximaal 19 jaar zou het wonderkind-syndroom geen rol van betekenis mogen spelen. Een concours mag een circus zijn, maar het gaat uiteindelijk om muziek, niet om toetsentemmers of snaardansers.

Circus was het toch al volop, met een Concertgebouw vol tv-camera's en presentatiecabines. Met nauwelijks van elkaar te onderscheiden generaals en suppoosten. Met koningin, prins en burgemeester op de eerste rij van het balkon. En met spreekstalmeesteresse Martine Bijl, die zo te zien vergeten was de rok van haar mantelpakje aan te trekken en een doorschijnend soort onderjurk prijs gaf aan de openbaarheid.


© Frits van der Waa 2006