Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 2 januari 1990, Kunst, recensie

De schatten uit het archief Asko Ensemble nu pas ontsloten

AMSTERDAM - Het ASKO Ensemble brengt in maart zijn eerste cd uit. De plaat verschijnt op het Attacca-label en zal geheel gevuld zijn met werk van Iannis Xenakis. Het gezelschap wil voortaan elk jaar een cd maken, gesteund door financiële bijdragen van een eveneens in maart op te richten Vriendenkring. Voor 1991 staat een project met de complete kamermuziek van Edgard Varèse op stapel.

Daarmee eert het ASKO de twee componisten wier werk vanaf 1965, het jaar dat het toenmalig Amsterdams Studenten Kamer Orkest werd opgericht, bepalend is geweest voor de artistieke koers van het ensemble.

Het ASKO was een koploper onder de inmiddels talrijke muziekgroepen die zich uitsluitend met nieuw repertoire bezighouden. Op de platenmarkt echter is het gezelschap een laatkomertje, zeker vergeleken met andere vooraanstaande nieuwe muziek-ensembles, aan wie de komst van de cd in dit opzicht juist een extra prikkel geleverd lijkt te hebben.

Zo brengt het Nieuw Ensemble volgende maand al weer zijn derde cd uit, gewijd aan zijn oprichter Theo Loevendie; de eerste twee bevatten werk van Donatoni en Ferneyhough. Het Schönberg Ensemble heeft al verscheidene lp's en cd's op zijn naam. En aan het eerste schijfje van De Volharding. dat enkele weken terug werd gepresenteerd, is een reeks van zes lp's voorafgegaan.

De discografie van het ASKO Ensemble is daarentegen karig en heeft bovendien weinig "gezichtsbepalende" waarde. De enige uitsluitend door het ASKO zelf volgespeelde lp, met werk van Vriend, Torstensson en Crego, verscheen in 1985 bij Donemus, liep verrassend goed, maar is inmiddels, zoals vrijwel alle "klassieke" lp's, in de ramsj beland. Eerder werkte het ensemble mee aan Ezra Pounds opera Le testament de Villon, die in 1980 door Philips op de markt werd gebracht. Daarnaast bevat een op het Amerikaanse Bridge-label verschenen cd met werk van Tod Machover een ASKO-uitvoering, en leverde het ensemble een aanzienlijke bijdrage aan de Licks and Brains-cyclus van Klas Torstensson, die vorig jaar op het CV-label van Donemus is uitgebracht.

Allemaal wat magertjes, gezien de jarenlange staat van dienst, het spelniveau, en niet in het minst het omvangrijke, door het ensemble zelf opgebouwde geluidsarchief.

De schat ligt opgetast in een kast in het ASKO-kantoor. Van boven naar beneden: een flinke rij digitale opnamen uit de afgelopen vijf jaar, vastgelegd op videocassettes; een stoere meter spoelenbanden, de neerslag van een iets verder verleden; en een ongeordend zootje plastic opbergdoosjes en zelfs losliggende spoelen met onbestemde eindjes band: tape-recorder-huisvlijt uit de eerste tien jaar.

"Die onderste plank moet nog steeds uitgezocht worden", zegt zakelijk leider Willem Hering. "Eigenlijk zou iemand er eens een doctoraalscriptie over moeten schrijven, Vijfentwintig jaar nieuwe muziek in Nederland, of zo."

Voor het ASKO stond altijd het volgende concert voorop. Er was geen extra tijd om het archief uit te zoeken of voor leuren en zeuren bij platenmaatschappijen. "Dat we nu een cd gaan maken is het logisch gevolg van de ontwikkeling die het ASKO de laatste jaren heeft doorgemaakt", zegt Hering. "De activiteiten zijn sterk toegenomen: vroeger gaven we hooguit 15 tot 20 concerten per jaar; nu zijn dat er 25 tot 30, in Nedérland, maar ook in het buitenland. En het publiek is enorm gegroeid. Maar zonder de samenwerking met Attacca waren we niet aan het uitbrengen van een plaat begonnen. Zoiets moetje als ensemble niet zelf gaan doen, dan loop je tegen allerlei problemen op. Alleen al het distribueren."

De Xenakis-cd wordt betrokken uit het op twee na laatste video-doosje: opnamen van het concert van 25 april in Paradiso, waar onder andere het speciaal voor het ASKO en basklarinettist Harry Sparnaay geschreven Echange zijn eerste uitvoering beleefde. Naast Echange zal de plaat waarschijnlijk Waarg, Palimpsest en Eonta bevatten.

De aan Varèse gewijde cd zal zowel uit nieuwe opnamen als uit archiefmateriaal worden samengesteld. De registraties van het legendarische Varèse-project uit 1984 (tevens de eerste digitale ASKO-opnamen) liggen al jaren op de plank.

"Die hadden gewoon direct uitgebracht moeten worden", vindt Hering. "Een jaar na het project lagen de uitvoeringen van Boulez met het Ensemble InterContemporain in de schappen. Maar de uitvoering van het ASKO deed daar niet voor onder."

Het tweede Varèse-project, dat in het voorjaar van 1991 wordt uitgevoerd, is gedeeltelijk herhaling, gedeeltelijk vervolg van het eerste. Wie het gaat dirigeren is nog onzeker. Ingo Metzmacher is gevraagd, maar ook Cliff Crego, die in 1984 het ensemble aanvoerde, maar zich sindsdien heeft teruggetrokken in de Alpen, heeft na lang aarzelen medewerking toegezegd. In Varèse II, zoals de werktitel van het project luidt, wil het ASKO ook niet uitgegeven werk, zoals Etude pour Espace, gaan uitvoeren. Octandre, van meet af aan het "lijfstuk" van het ensemble, is onlangs weer herhaald en blijkt volgens Hering "enorm gegroeid".

Over de daarop volgende cd-producties is nog niets besloten, maar alleen al het idee om, net als bij de Varèse-plaat, kersverse registraties te combineren met banden uit het archief biedt tal van perspectieven. Te denken valt aan een project met muziek van Elliott Carter, van wie het ASKO al veel werk heeft uitgevoerd, maar ook aan een compilatie van voor het ensemble gecomponeerde Nederlandse stukken, zoals Bref van Joël Bons, Halleluja II van Jan Vriend, Bruuks van Guus Janssen, of Back Bay Bicinium van Theo Loevendie. Allemaal reeds digitaal voorradig.

Het gaat daarbij wel altijd om live-uitvoeringen, zodat het goed mogelijk is dat de band niet presentabel is, wegens speelfouten of hoestbuien uit het publiek (al komen die geen van tweeën vaak voor bij het ASKO).

Hering: "Het kan gebeuren dat we 'reparatie-sessies' willen houden als er iets mis is gegaan bij een uitvoering, en daar willen we de musici vanzelfsprekend ook voor betalen."

Het ASKO staat weliswaar met ingang van dit seizoen voor drie jaar bij WVC op de vaste subsidielijst (goed voor ruim vier ton 's jaars), maar om cd's te maken en opdrachten aan buitenlandse componisten te geven is extra geld nodig. Om dat bij elkaar te krijgen is een stichting Vrienden van het ASKO in de maak, naar het voorbeeld van Concertgebouworkest, het Nederlands Kamerkoor en andere cultuurdragers. Volgens Hering zullen de dienstregels echter zo eenvoudig mogelijk gehouden worden, zonder geïndexeerde tegenprestaties voor gulle gevers of "duffe vriendenkring-blaadjes".

Behoudens tegenslag zal het ASKO Ensemble op 6 maart, tijdens de eerste uitvoering van een Italiaans programma in Paradiso, zowel zijn Vriendenkring als zijn Xenakis-cd aan het publiek presenteren. Hering geniet bij voorbaat: "Dat wordt een jubelend groot ASKO-partijtje."


© Frits van der Waa 2006