Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 3 november 1990, Kunst, recensie

Vrolijke anarchie van Huba de Graaff

Corenicken van Huba de Graaff, door Huba de Graaff en Peppie Wiersma. De Unie, Rotterdam.

"Laat nog eens een olifant zien", riep iemand na afloop, en prompt kwam op tientallen mini-beeldschermpjes een dikhuid van een duim hoog aanstormen. Bijval. Maar de fontein had het niet gedaan, zo constateerde de componiste teleurgesteld.

Huba de Graaffs computergestuurde muziekproject Corenicken liep bij de première tijdens het afgelopen Holland Festival deerniswekkend vast in weigerende apparatuur. Bij de herkansing, donderdag in de Rotterdamse Unie, ging er bijna niks mis. En dat was al heel wat.

Aan Corenicken komt een indrukwekkend arsenaal te pas. Draaiende luidsprekers en gongs, een drumkit, een MIDI-viool, een blikken knarsjapon vol transistors, snaren en elementen, een vogelhuisje en een bak met wuivende rietpluimen, aangedreven per ventilator. Het publiek werd gemaand niet op de blimpies te trappen. De schaarse loopruimte stond er vol mee: kleine, bordkartonnen sculpturen, die in de loop van de voorstelling begonnen rond te rijden, met lampjes te knipperen en meerstemmig te fluiten.

Op het minuscule podiumpje wrongen de componiste en haar mede-speelster, slagwerkster Peppie Wiersma, zich behoedzaam om elkaar en hun instrumentarium heen. Drie grote ronde schermen aan het plafond waren behangen met honderden piezo-keramische elementen, ogenschijnlijk niet meer dan aluminium plaatjes, waaraan de computer fascinerend door de ruimte dwarrelende klankpatronen ontlokte. Zulke "piezo's" zitten ook in moderne horloges en hebben al menig concert verstoord met hun gebliep. Deze nieuwe toepassing is illustratief voor De Graaffs werkwijze: speelse invallen, gerealiseerd met minimale, haast armoedige middelen.

Daarin ligt de charme van Corenicken, maar ook de beperking. Het project blijft grotendeels steken in het demonstreren van de verschillende vondsten. In feite is het niet meer dan een verzameling losse nummertjes en fragmenten. Voor de drie kwartier die dat in beslag neemt is het leuk genoeg.

Maar het zou allemaal zo veel pregnanter kunnen. De muziekstukjes zijn aan de magere kant. Het geschutter op het podium, hoe flegmatisch ook, is soms dodelijk. Dat kun je voor lief nemen. Maar dan nog blijft Corenicken een samenraapsel van ideeën, waarmee, zo geen compositie, ten minste meer combinaties gevormd hadden kunnen worden.

Als componiste stelt Huba de Graaff voorlopig wat teleur. Ze is eerder een uitvindster, die bovendien blijkt geeft van doorzettingsvermogen en een vrolijk anarchisme. En dat is ook al heel wat.


© Frits van der Waa 2006