de Volkskrant van 12 november 1990, Kunst, recensie
Olivier Messiaen voegt nawoord~ toe aan zijn imposante oeuvre
Dukas, Messiaen, Takemitsu en Skrjabin door het Radio Filharmonisch Orkest, Yvonne Loriod en Nobuko
Imai o.l.v. Jean Paul Penin. Concertgebouw Amsterdam. Radio 4: vanavond, 20.02. TV: 9 februari,
Nederland I, 13.45.
Om twee redenen was het een bijzonder concert, zaterdag bij de wekelijkse VARA-Matinee in het
Concertgebouw: La ville d'en-haut van Olivier Messiaen, vooralsnog (en mogelijk voorgoed) 's
meesters laatste compositie, beleefde zijn eerste uitvoering in Nederland. En daarenboven was de
componist in eigen persoon aanwezig. Een verdiende hommage aan de VARA, die immers met acht programma's
een Hommage aan Olivier Messiaen brengt. Dit was het derde in die reeks.
Vanaf het balkon was het een fascinerende aanblik om tijdens het applaus alle gezichten naar
één punt, midden in de zaal, te zien draaien, waar, langzaam, zich een gebogen gestalte
zich uit een stoel losmaakte. Messiaen wordt volgende maand 82, en het is hem aan te zien. Behalve bij
het omslaan van partituurbladen zijn zijn bewegingen traag en moeizaam.
Aan het drie jaar geleden voltooide La ville d'en-haut is dat niet af te horen. Of misschien
toch: deze "korte verschijning van het leven in het Hiernamaals" is inderdaad kort, ruim acht minuten.
Vergeleken met de uitgerekte muzikale friezen die talrijk zijn in Messiaens oeuvre doet het zich voor
als een enkel ikoontje.
De fascinerende uitwerking van Messiaens muziek stoelt in hoofdzaak op drie elementen: harmonie,
klankkleur, en een architectonische grandeur die zich nog het best laat omschrijven als een soort van
blokken-assemblage. Dat laatste element, dat het in wezen statische karakter van Messiaens muziek van
een soort onderhuidse dynamiek voorziet, boet door de beknoptheid van La ville d'en-haut nogal
aan kracht in. Niet dat er geen blokken zijn. Integendeel: het stuk is opgebouwd uit blokken (zij het
van ongelijke lengte), daarbinnen volgen de akkoorden als blokken op elkaar, en ook de instrumentgroepen
(hout, koper, slagwerk) worden steeds bloksgewijs ingezet. Alleen de pianopartij, gezaghebbend vertolkt
door Messiaens echtgenote Yvonne Loriod ditmaal gehuld in een smaakvol vergulde
lichtgewicht-uitvoering van de bungalowtent waarin ze doorgaans pleegt te verschijnen , is wat
meer speelruimte gelaten. Het stuk heeft een min of meer symmetrische structuur, met in het midden veel
piano en aan de randen veel orkest, waarbij steeds brede koperkoralen geconfronteerd worden met
pregnante formules in een snellere puls.
La ville d'en-haut lijkt niet zozeer de bekroning van Messiaens oeuvre (dat is zijn opera
over Franciscus van Assisi uit 1983) als wel een nawoord. Een prachtig geformuleerd stijlbloempje,
lezenswaardig, maar niet onmisbaar.
De uitvoering van het Radio Filharmonisch, aangevoerd door invaller Jean Paul Penin, was
voortreffelijk. De VARA worstelt dit seizoen met een nauwelijks het hoofd te bieden stroom afzeggingen,
maar heeft nadat Paul Daniel zich afgemeld had toch weer een adequate vervanger weten te vinden.
Penin wist ook goed raad met de overige drie onderdelen van het programma, die net als het werk van
Messiaen gekenmerkt werden door het baden in weelde en een soms aan het transcendente grenzende
kleurenpracht. Alleen het zeer virtuoze La Péri van Paul Dukas klonk soms wat rommelig.
Aan dit stuk is overigens goed te horen dat Messiaen, destijds een leerling van Dukas, zijn voorliefde
voor sensuele akkoorden niet van een vreemde heeft.
In A string around autumn, vorig jaar geschreven door Toru Takemitsu, deed de fijnzinnigheid
behoorlijk tweede-hands aan. Dank zij de dwingende bijdrage van altvioliste Nobuko Imai bleef het
impressionistisch imitatie-parfum nog geruime tijd genietbaar.
Skrjabins Poème de l'extase vormde een logische pendant voor La ville d'en-haut,
met als aardige bijkomstigheid dat het stuk even oud is als Messiaen zelf. Hoewel beide componisten het
bovenzinnelijke verklanken zijn de verschillen enorm. Waar Messiaens visioenen een onaardse berusting
uitstralen wil Skrjabin een ongedurige, haast fysieke exaltatie bewerkstelligen.
Bovenop de reeds genoten hallucinogene middelen had deze portie pep echter wel het effect van een
overdosis.
© Frits van der Waa 2006