Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 9 maart 1991, Kunst, recensie

Weer wat ruim baan voor tegenstromers en dwarsliggers

Signalementen: serie Jonge Componisten door Ensemble Calefax, Ensemble Avant Garde Leipzig e.a. in De IJsbreker, Amsterdam.

Eigentijdse muziek was ooit een makkelijk af te bakenen begrip. Het was domweg alles wat na de oorlog gecomponeerd was. Maar de tijd gaat verder. Wie denkt dat hij niet van gisteren is kan zonder het te merken toch achter gaan lopen.

Zo is de afgelopen jaren bij de meeste moderne muziek-ensembles een lichte vorm van consolidering opgetreden. Gevestigde namen kregen wat meer nadruk. Belangrijke stukken werden wat vaker in reprise genomen. Op zichzelf was dat een goede ontwikkeling, want ook de nieuwe muziek heeft zijn Jupiters en Eroicas, en die mogen niet op de plank blijven liggen.

Maar een andere factor die daarbij zeker heeft meegespeeld was angst om de nek uit te steken. De strijd om de schaarse subsidiegelden noopte tot op zeker spelen.

Ook De IJsbreker, het podium voor nieuwe muziek waar tien jaar geleden alles mogelijk was, heeft zich, geconfronteerd met geldproblemen, de laatste jaren enigszins teruggetrokken in het bastion van eigentijdse "topkunst". De gedachtengang was begrijpelijk: Minder concerten, best, maar dan moeten ze wel steengoed zijn.

Het gevolg van dit alles was wel dat er voor het buitenissige, waaghalzerige en onvolgroeide weinig ruimte overbleef.

Maar nu de IJsbreker een serie Signalementen in het leven heeft geroepen is het tij gekeerd – een beetje. In vijf concerten, met telkens twee weken ertussen, komen jonge componisten (tot ongeveer 35 jaar) van allerlei herkomst en pluimage aan bod. Een paar thema's – muziek uit de (voormalige) DDR, bewerkingen, stukken voor viool solo, video en elektronika – geven de inhoud van deze grabbelton enige samenhang.

Verfrissend

Dat had niet eens gehoeven, want het was juist de grote afwisseling die het eerste concert in de reeks afgelopen donderdag zo verfrissend maakte.

De bijdragen van het Ensemble Avant Garde Leipzig waren het minst verrassend. Gesang des Apsyrtos is een boodschapperig werkstuk van dirigent Steffen Schleiermacher waarin twee rietblazers, een pianist en drie trommelaars een aantal flauwe slierten verpakken in heftig geknal en sirene-imitaties. Ook Iter Magneticum, een slaapverwekkend quatre-mains pianostuk van Bernd Franke, week niet af van gebaande paden.

Veel minder academisch is de Etude voor viool solo van Richard Ayers, een Engelse componist die heeft gestudeerd bij Diderik Wagenaar en Louis Andriessen. Het is een extreem werk dat lange tijd volhardt in het aftasten van enkele, telkens repeterende noten, maar vervolgens uitbarst in furieuze, haast ongebreidelde uithalen. Aangenamer dan het stuk zelf was de kennismaking met violist Marco Roosink, die zich als een terrier vastbeet in de door Ayers meegecomponeerde hars en knars.

Als rustpunt in het programma fungeerden zeven preludes uit Sjostakowitsj' opus 34, bewerkt voor vijf rietblazers door Eduard Wesly, hoboïst van het Ensemble Calefax. Een leuke club met een opvallende bezetting: hobo, klarinet, fagot en twee altsaxen.

Buitenbeentjes

De buitenbeentjes kwamen, goed geplaatst, aan het eind van het programma. De half-Nederlandse, half-Letse componiste Anna Vics blijkt in haar korte Oha, voor twee boventoonzangeressen, trommel en augurkenblik, een volkomen eigenzinnig vocaal idioom te hanteren dat meer verwantschap heeft met de volksmuziek van, laten we zeggen Joegoslavië, dan met de Westerse traditie. In twee video-films, Life by Life van Peter Hogers en Black Dog Dream van de Amerikaan Matthew Schlanger, gingen beeld en geluid een sterke, maar niet platvloerse binding aan.

Choral, een elektronisch muziekstuk van Paul Jeukendrup, is minder buitenissig, maar wel uiterst vakkundig gemaakt. Hoewel de componist het stevig heeft ingezeept met klank-euforie en scheurschok, heeft hij kans gezien om de cliché's die steeds op de loer liggen behendig te ontzenuwen.

Listig

Tegenover het vergalmings-effect bijvoorbeeld, op zichzelf plat als een dubbeltje, zet Jeukendrup scherp en direct geluid, waardoor het klankbeeld perspectief krijgt. Ook heeft hij de ingesleten groei-en krimpcurves die veel elektronische muziek zo voorspelbaar maken op een listige manier omgekeerd.

Fantastisch dat de tegenstromers, dwarsliggers, wilde harendragers en andere jongste eigentijders weer een uitlaatklep hebben. Want de Signalementen-serie wordt een vast onderdeel in het IJsbreker-pakket.

Jaarlijks vijf concerten.

Eigenlijk is dat een beetje weinig.


© Frits van der Waa 2006