Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 27-02-1995, Pagina 8, Kunst, recensie

Spiritueel Beethoven-programma bij Nederlands Blazers Ensemble

Beethoven-pogramma, door het Nederlands Blazers Ensemble m.m.v. Peter Donohoe. Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 6 april, 20.02 uur.

Met het Beethoven-programma dat het dit weekeinde uitvoerde heeft het Nederlands Blazers Ensemble in tweeërlei opzicht zijn identiteit bevestigd - als hoeders van een traditie en als avonturiers. Puntgave uitvoeringen van de Weense klassieken, daar was het het NBE om begonnen - lang, lang geleden, toen de huidige spelers nog in de luiers lagen. Dat is de traditie. En eigenwijsheid, nieuwsgierigheid, avonturiersgeest. Ja, je zou kunnen zeggen dat ook die eigenschappen traditie zijn bij de Blazers, maar dat klinkt te plat: alsof karakter en originaliteit bestaan bij gratie van traditie.

Beethoven dus. De grote revolutionair, de dove titaan, de beuker op de deuren van het noodlot, andermaal veroordeeld tot de anti-muzikale bejaardenhuistemperatuur en de dufmakende schemer die een bezoek aan het Concertgebouw en sommige andere muzieketablissementen de laatste jaren steeds meer tot een bezoeking maken. Het Blazers Ensemble wist zondagmiddag in de Kleine Zaal deze handicaps ruimschoots het hoofd te bieden, allereerst met een spirituele vertolking van Beethovens Octet, waarin vooral de gepolijste, maar tegelijk volstrekt flexibele behandeling van de klankkleur telkens weer voor kleine openbaringen zorgde. Een allegro vol akkoorden die, lenig als een balletdanseres, om hun timbre lijken te draaien, en als vanzelf overgaan in felle, stuiterende nootjes. Een wiegend, week andante; een menuet dat zich vernauwt tot een handvol uitgespaarde unisono-tonen; en een presto waarin de roddels als een lopend vuurtje van mond tot mond gaan en het NBE de grenzen van zijn eigen elastisch samenspel aftastte.

In het Kwintet voor blazers en piano, eveneens een tamelijk vroeg werk van Beethoven, was de hoofdrol weggelegd voor pianist Peter Donohoe, een man die op het eerste gezicht een broer van Willem Breuker had kunnen zijn, maar deze indruk met zijn gracieus spel volledig van de baan veegde. Hoe superieur de vertolking ook was, toch deed dit stuk intens verlangen naar de klank van een fortepiano: een concertvleugel klinkt in deze muziek, zeker in de laagte, zo donker en zwaar ten opzichte van de open, boventoonrijke blazersklanken.

Met Beethovens Zevende Symfonie, in een bewerking voor blazers en contrabas uit 1816, deed de verkenningsdrift van het NBE zich gelden. Hier klonk een 'nieuwe' Beethoven, waarin het discours van ritmes, motieven en akkoorden, niet langer behept met de logheid van een heel orkestapparaat en de last van de traditie, in alle klaarte naar voren kwam, zonder aan coloriet te verliezen. In het eerste deel gaat van de bewerking nog enigszins de suggestie van een 'surrogaat'-orkest uit, maar in de volgende drie delen verwees het NBE die impressie naar de achtergrond, en legde met zijn precieze en energieke spel essenties bloot die in een orkestuitvoering niet te realiseren zijn.

Dat gold met name voor de behandeling van het slotdeel, waaraan de Blazers op eigen houtje weer de paukpartij hebben toegevoegd. Nooit klonk dit Allegro con brio zo schel en brutaal, nooit in zo'n enerverend hoog tempo. Maar deze onorthodoxe benadering, die te zijner tijd ook op cd zal verschijnen, deed geen enkele afbreuk aan de muzikale lading.


© Frits van der Waa 2006