Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 03-07-1995, Pagina 9, Kunst, recensie

Magistrale opening zomerconcerten

Verdi, Puccini, Bellini e.a. door Nelly Miricioiù en het Radio Symfonie Orkest o.l.v. Kees Bakels. Concertgebouw, Amsterdam.

Als een juligodin in een smaragdgroene jurk daalde Nelly Miricioiù af naar het podium van het Concertgebouw, toegejuicht door een schare van tweeduizend stervelingen. Eigenlijk zong ze die zaterdagavond maar zes, niet al te lange aria's, de toegift incluis, maar dat deerde niet. Miricioiù, de van oorsprong Roemeense sopraan, hier te lande vooral bekend door haar optredens in de VARA-Matinee, zou zelfs met het zingen van Sinterklaas kapoentje nog een tijdloze vervoering teweeg hebben gebracht.

Haar optreden met het Radio Symfonie Orkest vormde de opening van de steeds prestigieuzere en succesrijke serie Zomerconcerten die het Concertgebouw, in samenwerking met sponsor Robeco, jaarlijks organiseert. Muziekliefhebbers kunnen bijna dagelijks terecht in het Concertgebouw, waar naast de 41 zomerconcerten ook nog eens vijftien optredens in het kader van de Holland Music Sessions plaatsvinden. Voor een aantal concerten zijn nu al geen plaatsen meer te krijgen.

Het zomerprogramma omvat onder andere een klein Rondom Mozart-festival, met Frans Brüggen als dirigent, en een aan Beethoven gewijd sub-serietje waarin pianiste Maria Joao Pires en violist Augustin Dumay de hoofdrol spelen. Behalve vermaarde instrumentalisten en dirigenten als Cristina Ortiz, Heinrich Schiff en Gennadi Rosdjestvenski maken verscheidene jeugdorkesten hun opwachting. En Miricioiù is nog maar de eerste van een reeks gevierde zangeressen, waaronder Jard van Nes, Charlotte Margiono, Roberta Alexander en Teresa Berganza.

Aria's van Verdi en Puccini vormden de hoofdschotels bij de opening, afgewisseld met ouvertures en intermezzo's uit diverse Italiaanse opera's.

De magie van Miricioiù's persoonlijkheid schuilt slechts voor een deel in haar stemgeluid, al is dat bijzonder genoeg, met zijn door alle registers heen even goudglanzende en superieur beheerste timbres. Minstens zo essentieel is haar volstrekte identificatie met de gemoedstoestanden die besloten liggen in de combinatie tekst en muziek. Je hoeft niet te weten waar in het vergeetboek geraakte opera's als Verdi's Aroldo of Bellini's Il pirata over gaan om geraakt te worden door de klinkklare schakeringen van vreugde, wanhoop of onzekerheid die Miricioiù oproept. Haar keus was navenant: haar voorkeur gaat eerder uit naar de innige ontboezemingen die Puccini Angelica en Tosca in de mond heeft gelegd dan naar klatergoud of bravoure-aria's, al bevat Bellini's Col sorriso d'innocenza het nodige vocale stuntwerk.

Voor het Radio Symfonie Orkest was het een omvangrijk en veeleisend programma, maar onder de doortastende leiding van chef-dirigent Kees Bakels hield het zich kranig, een enkel zwak plekje daargelaten. Dat de muzikale verstandhouding met de soliste niets te wensen over liet werd nog eens bevestigd werd door de manier waarop Bakels en Miricioiù elkaar na afloop in de armen vielen.


© Frits van der Waa 2006