Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 01-12-1995, Pagina 28, recensie

PLATEN: KLASSIEK

Harnoncourt sluit Purcell-jaar vrolijk en weldadig af

Henry Purcell: The Fairy Queen. Bonney, Von Magnus, McNair, Chance, Dale, Holl. Concentus Musicus Wien, Arnold Schoenberg Chor o.l.v. Harnoncourt. Teldec 4509-97684-2.

In de laatste maanden van het Purcell-jaar, waarvan in Nederland niet schrikbarend veel te merken is geweest, druppelen nog wat cd's na. Het gaat voornamelijk om voetnoten bij het oeuvre van Engelands grootste toondichter (1659-1695), met één substantiële uitzondering: de registratie van The Fairy Queen door Concentus Musicus Wien, onder leiding van Nikolaus Harnoncourt.

Deze 'semi-opera', gebaseerd op Shakespeares A Midsummer Night's Dream, wemelt van vrolijke en fijnzinnige, zij het ietwat losbladige scènes. Harnoncourt heeft de contrasten flink aangescherpt, zodat het volledige scala tussen hollen en stilstaan wordt benut, met soms weldadige, maar niet altijd even behaaglijke effecten. Bovendien leggen de strijkers van Concentus Musicus menigmaal anarchistische tempo-opvattingen aan de dag. In tutti-passages staat de zaak dikwijls niet 'recht' onder elkaar. Een woeligheid die wordt geaccentueerd door de opname.

De charmes van deze uitvoering liggen ontegenzeggelijk in de intiemere passages en komen grotendeels voor rekening van het koor en de eminente zangersploeg. Vooral de hemelse sopraan van Barbara Bonney en de burleske baspartijen van Robert Holl vallen op.

Purcell, Eccles e.a.: Don Quixote, The Musical. The Consort of Musicke, The City Waites en The Purcell Simfony. Musica Oscura 070973.

Dat Purcell maar één opera heeft geschreven en verder veel schitterende theatermuziek voor stukken waarmee tegenwoordig niets meer valt te beginnen, is uiterst betreurenswaardig. Anthony Rooley, leider van The Consort of Musicke, heeft zich hierdoor niet op de kop laten zitten. Op basis van muziek die Purcell en tijdgenoten hebben geschreven voor Thomas Durfeys drie avonden durende toneelstuk Don Quixote, heeft hij - samen met toneelschrijver Don Taylor - een heuse musical samengesteld. Of deze geestige pastiche ooit is opgevoerd, vermeldt het cd-boekje niet, maar te oordelen naar deze cd ligt hier een mooie taak voor het Festival Oude Muziek.

De kracht van het stuk schuilt in een snedige afwisseling en combinaties van gesproken tekst en soms uiteenlopende types muziek, die niet alleen op hoog niveau maar ook met hoorbaar plezier wordt uitgevoerd. De sfeer van de voorstelling wordt goed getroffen.

Dat is tegelijkertijd ook het enige zwakke punt van deze verder luisterrijke cd. Weliswaar zijn de verbindende teksten merendeels weggelaten, toch bevat deze opname een duidelijke hoorspel-component. Wie de plaat alleen vanwege Emma Kirkby koopt, zou zich daaraan op den duur wel eens kunnen gaan storen.

Het neemt niet weg dat Taylors teksten zowel geestig als perfect van sfeer en stijl zijn. Neem de epiloog, een lofrede op Purcells muziek: His song still ravishes the listening air/ An English sound heard and loved everywhere.

England, my England: The Story of Henry Purcell. Monteverdi Choir en English Baroque Soloists o.l.v John Eliot Gardiner. Erato 0630-10700-2.

Een zeker chauvinisme is de Purcell-herdenkers niet vreemd. Zo schijnt ook de Purcell-film England my England, die - wie weet - ooit de Nederlandse bioscopen zal halen, een document van vaderlandsliefde te zijn. De soundtrack van de film is geleverd door John Eliot Gardiner en consorten, onder wie zangers als Lynne Dawson, Paul Agnew, Michael Chance en James Bowman. De uitvoeringen zijn van een tamelijk cleane bevlogenheid. De cd zelf houdt het midden tussen een greatest-hits-verzameling, een zak strooigoed en een cursus Purcell voor beginners. Niet te versmaden, al is de uitvoering van Dido's Lament aan de kleverige kant.

Britten: Purcell Realizations. Lott, Gritton, Walker, Bowman, Ainsley, Bostridge, Johnson, Jackson, Keenlyside en Graham Johnson (piano). Hyperion CDA67061/2.

Het vorige Purcell-jaar, een halve eeuw geleden, was voor Benjamin Britten aanleiding zich nader te verdiepen in het werk van zijn grote voorganger. In de loop der jaren voorzag hij veertig van Purcells composities - waarin de begeleiding slechts is genoteerd als een becijferde bas - van een pianopartij.

Het label Hyperion, dat al een indrukwekkende serie Purcell-cd's van The King's Consort heeft uitgebracht, voegt daar met dit dubbelalbum een voetnoot aan toe die Britten-verzamelaars niet mogen missen, maar waarbij Purcell-liefhebbers zich niet erg op hun gemak zullen voelen. Niet dat er aan Brittens uitwerkingen iets mankeert: integendeel, ze zijn inventief en getuigen van liefde en begrip.

Maar ja, die pianoklank: het is net Purcell met roze pantoffels aan, gemetamorfoseerd tot iets wat doet denken aan Schubert. Toch een soort historisch document. De vertolkingen van de acht betrokken zangers en pianist Graham Johnson doen beide componisten alle eer aan.


© Frits van der Waa 2006