Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 27-09-1996, Pagina 23, Kunst, recensie

Electric Don Quixote liet zich niet makkelijk kennen

Biograaf Neil Slaven toont zich trouw en kritisch bewonderaar van Frank Zappa

ZOALS Amerikanen van boven de veertig nog precies weten waar ze waren toen president Kennedy werd vermoord, zo moet er ook een flinke groep mensen zijn bij wie de dood van Frank Zappa op 4 december 1993 een kras in het geheugen heeft gezet.

Dat Neil Slaven, de auteur van Zappa - Electric Don Quixote, zijn boek opent met de herinnering aan dat moment - hij zat met vrienden aan de borrel in een hotel in Los Angeles - bewijst hoeveel zijn onderwerp voor hem betekende. Slaven, in Engeland befaamd als blueskenner en producer, heeft Zappa zelf maar een maal ontmoet, in november 1991. Zappa was al ziek, en Slaven herinnert zich hoe hij bij het afscheid niets beters wist te zeggen dan 'good luck'. 'Maar', verzucht hij, 'wat zeg je tegen een man wiens muziek je je halve leven heeft vergezeld?'

Slaven is een trouw, maar kritisch bewonderaar van Zappa. Dat hij hem een 'Don Quichot' noemt lijkt op het eerste gezicht niet zo aardig, maar Slaven kent zijn Cervantes en betuigt dat het karakter van de Don, ogenschijnlijk een zot die tegen windmolens vecht, veel complexer is dan de buitenwereld vermoedt.

Overigens heeft hij dergelijke persoonlijke en literaire uitweidingen tot een minimum beperkt. Zappa - Electric Don Quixote is allereerst een buitengewoon informatief werk, een overzichtelijk gepresenteerde verzameling feiten en citaten, geput uit boeken, artikelen en interviews, keurig voorzien van voetnoten, een deugdelijk register, en een discografie.

Slavens intensieve vruchtgebruik van eerdere publicaties zal bij kenners tot menig déjà vu leiden. Toch zou Electric Don Quixote een standaardwerk kunnen blijken, juist omdat Slaven de vele aspecten van Zappa's leven en werk ook voor de niet-ingewijde aanschouwelijk maakt en een prettige stijl met licht-ironische understatements hanteert.

Dit boek heeft bovendien de verdienste de eerste complete Zappa-biografie te zijn. In de meeste Zappa-boeken komen de jaren na 1975 er bekaaid af. Dat geldt zelfs enigszins voor het kort voor Zappa's dood verschenen Mother! - The Frank Zappa Story van Michael Gray, een deugdelijk, maar minder grondig en liefdevol werk dan dat van Slaven. Dan is er nog Ben Watsons The Negative Dialectics of Poodle Play uit 1994, maar deze ongeëvenaarde diepte-analyse moet eerder een verre van objectief reuzen-essay worden genoemd dan een biografie. Overigens is het wel eigenaardig dat Slaven nergens, zelfs in zijn bibliografie niet, melding maakt van Watsons boek.

Zappa was niet een man die zich makkelijk liet kennen, al had hij overal wel een mening over. In Electric Don Quixote wordt de ziel niet blootgelegd: wel bevat het veel (zij het zelden theoretische) informatie over de manier waarop de muziek tot stand is gekomen. Aardig is bijvoorbeeld het verhaal van Patrick O'Hearn over zijn eerste kennismaking met Zappa. Hij was uitgenodigd door drummer Terry Bozzio om te komen luisteren naar wat hij en Zappa hadden opgenomen. Omdat hij zijn akoestische bas niet in de auto wilde achterlaten, sleepte hij hem mee naar binnen. 'Do you play that dog house, fella?' vroeg Zappa. 'Reken maar', zei O'Hearn. 'Goed, wat vind je ervan om een baspartij in te spelen bij dit nummer?' Dat nummer was The Ocean is the Ultimate Solution, een stuk dat je weer als nieuw beluistert met de wetenschap dat de bas er later is ingedubd.

Er is alle aanleiding het stuk weer eens op te zetten nu het opnieuw is verschenen is op de driedubbel-cd Läther. Zoals de meeste Zappa-releases van de laatste jaren bevat dit album voor de kenners weinig nieuws. Het materiaal van Läther stamt uit de jaren zeventig en is voor het grootste deel ook te vinden op Live in New York, Studio Tan, Sleep Dirt en Orchestral Favorites. Maar toch is er iets bijzonders mee aan de hand.

Zappa wilde Läther namelijk als een vierdubbel-lp uitbrengen, maar raakte (onder andere hierover) verzeild in een juridisch conflict met het label Warner Brothers. Het gevolg was dat hij zich gedwongen zag Läther tot vier afzonderlijke platen op te splitsen. Aldus de toelichting van weduwe Gail Zappa; Slaven heeft een andere versie van het verhaal. Drie van de vier platen, die veel te laat en in onooglijke hoezen werden uitgebracht, zijn altijd een beetje in de schaduw gebleven. Vast staat ook dat Zappa de voorkeur gaf aan de Läther-versie.

Het fundamentele verschil zit hem in de volgorde - en dat dit zo veel verschil maakt toont maar weer eens aan dat Zappa een eminent componist was. De vier WB-lp's waren mooi, maar eenzijdig. Grof getypeerd: één live-plaat, één met jazz-achtig repertoire, en twee met orkestmuziek en aanverwanten. Maar dit gesorteerde repertoire deed geen recht aan Zappa's conceptual continuity.

Een paar voorbeelden. Regyptian Strut, een magnifiek soort fanfare, is een parel in Zappa's oeuvre, maar verloor, verpakt tussen de andere juwelen van Sleep Dirt, aan glans. Op Läther is het het openingsstuk, wat totaal anders werkt. Het ietwat melige Big Leg Emma is hier een verfrissend zijstapje tussen The Black Page 1 en Punky's Whips. Dit laatste nummer mocht trouwens toentertijd van WB niet op de plaat, wegens scabreuze teksten (het staat wel op de cd-versie van Live in New York). Een extraatje van Läther is dat de verschillende stukken aan elkaar zijn verbonden met typisch Zappiaanse montages van flarden geluid en gesproken woord.

Heel jammer is dat van The Black Page maar één versie verschijnt, terwijl het op New York achtereenvolgens als drumsolo, als 'hard version' en ten slotte in een 'easy teenage disco version' is te horen. Die medley - in twee reuzenstappen van Varèse naar disco - is om en nabij de kwintessens van Zappa's oeuvre. Tegenover dit gemis staan een paar bonus-vondsten uit de nalatenschap. Met dat al wordt de Zappa-discografie er niet overzichtelijker op, want Läther bevat een aantal stukken dat niet op die vier WB-platen is te vinden - maar het omgekeerde is ook het geval.

Na al dat gefoeter op die povere hoezen van WB hadden de erven Zappa wel wat meer hun best kunnen doen op de presentatie van Läther. Het boekje bevat een boel quasi-zappiaanse peptalk, maar geen songteksten. De credits zijn niet echt compleet. En zoonlief Dweezil Zappa, vermoedelijk te jong om Atom Heart Mother van Pink Floyd ooit onder ogen gekregen te hebben, heeft een koe op het doosje gezet.

Dat doet niets af aan de wonderlijke gewaarwording dat er met Läther tóch een nieuw Zappa-album bij is gekomen, een album dat er eerst niet was en in deze vorm tot een van de hoogtepunten in zijn oeuvre kan worden gerekend. Voor de fanaten die alles al hebben is deze verplichte aanschaf opnieuw een duur grapje. Maar degene die dat oeuvre nog moet leren kennen zit voor slechts 799 dubbeltjes op de eerste rang.

Frank Zappa: Läther (3 cd's). Rykodisc RCD 10574/76. ƒ 79,90.

Neil Slaven: Zappa - Electric Don Quixote. Omnibus Press. ISBN 0-7119-5983-8. ƒ 58,-.


Link: Alle stukken over FZ op deze site op 1 webpagina
© Frits van der Waa 2006