Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 19-10-1996, Pagina 11, Kunst, recensie

Haenchen cruciaal voor welvaren van het NedPhO

Sjostakovitsj, door het Nederlands Kamerorkest o.l.v. Hartmut Haenchen m.m.v. Herre-Jan Stegenga. Beurs van Berlage, Amsterdam.

De muziek die Hartmut Haenchen bij zijn tienjarig jubileum als dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest uitvoerde was niet wat je noemt feestelijk. Het programma bestond uit een vroeg, een middelbaar en een laat werk van Sjostakovitsj, waarin een wrange, onttakelde schoonheid prevaleerde.

Voor Haenchen staat de muziek voorop, niet de maker - of het moest de componist zijn. Maar omdat dit het eerste programma was in een gecombineerde opera/concertserie was er toch sprake van een kroon op het werk van Haenchen die immers met één been op het podium en het andere in de orkestbak staat.

Deze drie stukken, een complement op de opera De Neus, vormden in elk geval een eminent portret van Sjostakovitsj. Het op 18-jarige leeftijd gecomponeerde Prélude en scherzo, waarin al een hoogstpersoonlijke verwerking van allerlei mogelijke invloeden te horen is; het Eerste Celloconcert, een proeve van het virtuoos sarcasme waarvan de gerijpte Sjostakovitsj een specialiteit maakte; en tenslotte het met de dood voor ogen gecomponeerde Vijftiende strijkkwartet, dat slechts uit adagio's bestaat. In de hier uitgevoerde bewerking voor strijkorkest, die door Sjostakovitsj' uitgever postuum met de wel erg beladen titel Requiem is opgezadeld, verliest het werk iets van zijn aangrijpende kaalheid, al is de volle, maar strakke, iets gevoileerde strijkersklank die het onder het NedPhO ressorterende Nederlands Kamerorkest ontplooit niet te versmaden. Mede dankzij Haenchens vermogen om ook de ijlste, dunste draden gespannen te houden, bleef het een beklemmende ervaring. Bij het celloconcert, met een smetteloos uitgevoerde, maar daardoor wellicht ietwat anemische solopartij van Herre-Jan Stegenga, viel vooral de hechte eenheid van de blazers op.

Ter gelegenheid van Haenchens jubileum heeft het NedPhO in eigen beheer een cd met werken van Mozart, Schubert en Wagner uitgebracht, en heeft Bas van Putten een uitgebreid portret van hem geschreven onder de titel Twijfel als wapen. Het beeld dat uit deze, in tweeërlei zin uitputtende beschrijving naar voren komt is dat van een dirigent die zo onkreukbaar, gewetensvol en erudiet is dat je haast een hekel aan hem zou krijgen.

Misschien was het voor zo'n boek nog iets te vroeg. Niettemin staat het als een paal boven water dat Haenchen van cruciale betekenis is voor het welvaren van het Nederlands Philharmonisch Orkest. De Nederlandse Opera heeft dan ook een bedenkelijk artistiek risico genomen door zijn positie als chefdirigent op de wip te zetten. Mocht dat hem er toe brengen zijn heil elders te zoeken dan komt het orkest, en daarmee ook de Opera zelf, ongetwijfeld voor grote problemen te staan.


© Frits van der Waa 2006