Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 30-05-1997, Pagina 27, Kunst, recensie

PLATEN: KLASSIEK

Bloemlezing van hogere liefde en triest plezier

Vous ou la mort: Canciones flamencas de amor cortès en el siglo XV. Currende Consort e.a. o.l.v. Erik van Nevel. Cantus C9607.

De Renaissance was allereerst het tijdperk van de a cappella-koormuziek. Componisten stonden in dienst van een vorst en componeerden missen en motetten ter meerdere eer en glorie van God en hun broodheer. Maar ze hielden de ogen niet uitsluitend op de hemel gericht. Wat te denken bijvoorbeeld van Heinrich Isaac, die een fraaie meerstemmige versie componeerde van een volksliedje waarvan het refrein luidt Fick mich, lieber Peter?

Het overgrote deel van de chansons op de cd Vous ou la mort gaat echter over bovenzinnelijker vormen van liefde, een Triste plaisir, zoals het heet bij Gilles Binchois.

Aan deze fraaie bloemlezing van chansons uit de vijftiende eeuw werkt een keur van vooral Vlaamse en Nederlandse zangers en musici uit verschillende ensembles mee, telkens geleid door Erik van Nevel.

De cd laat horen hoe het genre van het chanson zich in de loop van ruim vijftig jaar ontwikkelde van een gedifferentieerde driestemmige textuur naar een homogene vijfstemmige schrijfwijze. Van Nevel laat in de meeste gevallen een aantal partijen instrumentaal uitvoeren of verdubbelen, waardoor het stemmenweefsel duidelijker in reliëf komt te staan. De uitvoeringen zijn stuk voor stuk puntgaaf en laten horen dat het hier om ware liedkunst gaat, die niet minder expressief is dan wat Schubert driehonderd jaar later componeerde.

Robert Carver: Missa Dum sacrum mysterium, door The Sixteen o.l.v. Harry Christophers. Collins Classics 14782.

De Engelse variant van de kerkelijke Renaissancemuziek ontwikkelde zich in tegenstelling tot die op het vasteland in de richting van een complexe veelstemmigheid. Een extreme vorm hiervan bloeide op in Schotland aan het hof van James IV, die gedurende een jaar of tien een omvangrijk koor op de been hield. De wonderlijke muziek die daar gecomponeerd werd door ene Robert Carver is door het Engelse koor The Sixteen op cd vastgelegd. Er zijn enige hulpkrachten aan te pas gekomen, want Carvers antifoon O bone Jesu is maar liefst negentienstemmig. Het langste stuk op de plaat, de mis Dum sacrum mysterium, telt 'slechts' tien partijen.

De 'innerlijke' rijkdom van deze muziek is niet zeer groot. Door de opeenstapeling van stemmen is de individuele manoeuvreerruimte beperkt, en ook Carvers fantasie kende kennelijk zijn grenzen. Zijn muziek komt meestal neer op een ietwat eenzijdige afwisseling van lange akkoordblokken, waarbinnen echter een bewerkelijk borduurwerk van stemmen blijft golven en dooreenkrioelen. Het is iets tussen engelenzang en minimal music in. Doordat het stemmenweefsel voortdurend krimpt en weer uitdijt in een soort getijdenbeweging blijft het interessant om naar te luisteren. Een veel soepeler zevenstemmig Magnificat van een anonieme componist biedt niettemin een welkome afwisseling. De opname is fraai, maar verraadt hier en daar wel dat de technici moeite hebben gehad om de enorme klankmassa's in evenwicht te houden.

Effetti e stravaganze, door Concerto Palatino. Accent ACC 94102 D.

De instrumentale muziek die pas na 1600, het officiële begin van de barokperiode, als zelfstandig genre opbloeide was in het begin nog altijd sterk verbonden met het vocale idioom. Meerstemmige stukken uit die tijd doen denken aan madrigalen. Maar sommige componisten probeerden ook de vocale acrobatiek van het nog nieuwe solo-madrigaal te transponeren naar het instrumentale medium.

Op de cd Effetti en stravaganze heeft Concerto Palatino een boeiende verzameling stukken uit deze eigenaardige overgangsperiode bijeengebracht: experimenten met chromatiek en syncopische ritmes, vogel-imitaties, echo-stukken en instrumentale aria's. Niet alle stukken zijn even onderhoudend, maar de musici van Concerto Palatino, met voorop de beide cornetto-spelers Bruce Dickey en Doron Sherwin, blazen ze op virtuoze, maar bovenal uiterst muzikale wijze nieuw leven in.

Antonio Vivaldi: Eleven Concertos. Anner Bijlsma; Tafelmusik o.l.v. Jeanne Lamon. Sony SK 62719.

Een eeuw later had de instrumentale muziek zich ten volle geëmancipeerd. Geen vocalist zou in staat zijn de stuiterende noten en pijlsnelle drieklankbrekingen te imiteren waarmee Vivaldi zijn muziek zo'n zonnige energie gaf. Het ensemble Tafelmusik, dat elf van Vivaldi's talrijke concerten heeft opgenomen, doet die vitaliteit en inventiviteit alle eer aan in een uitstekende opname. De ranke toon van cellist Anner Bijlsma, die in vijf van de concerten een solopartij speelt, is organisch in het klankbeeld opgenomen.

Al is Vivaldi op zichzelf nooit vervelend, in deze hoeveelheid beginnen sommige van zijn foefjes wel erg in het oor te springen. Met mate genieten dus. Maar dat celloconcert in b klein mag niemand overslaan.


© Frits van der Waa 2006