Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 2 oktober 1998, Kunst, recensie

Kwieke blokfluitjes en dansant kistorgel

Charpentier en Mondonville, door les Musiciens du Louvre-Grenoble o.l.v. Marc Minkowski. 30 septem ber. Concertgebouw. Amsterdam.

Wat dirigent Marc Minkowski en zijn Musiciens du Louvre woensdag in het Concertgebouw lieten horen viel vooral op door zijn TGV-gehalte. Solisten, koor en orkest demonstreerden individueel en collectief hun vermogens op het gebied van de très grande vitesse. Met groot gemak lanceerden ze klaterende toonladders, rappe ritornelli en furieuze fiorituren, waartussen slechts enkele contemplatieve momenten eraan herinnerden dat het hier om geestelijke muziek ging.

Minkowski brak met dit sneltreinconcert een lans voor twee minder bekende barokcomponisten, Marc-Antoine Charpentier en Jean-Joseph Cassanea de Mondonville. Van de eerstgenoemde kent iedere Nederlander in elk geval één stuk: hij is de componist van de zogenaamde Eurovisiemars (eigenlijk de ouverture van een Te Deum). Zijn Messe de minuit pour Noël is een monter en opgewekt stuk, met een bonte afwisseling van duetten, terzetten, koorzang en instrumentale passages waaraan kwieke blokfluitjes en een dansant kistorgeltje extra charme verlenen. Hoewel de vele fijnzinnige details en sprankelende invallen in deze Kerst-Mis eens te meer bewijzen dat Charpentier niet de eerste de beste was, heeft het werk als geheel iets kortademigs: het ene idee is nog niet geëxposeerd of het volgende dient zich alweer aan.

Het werk van Mondonville is niet minder gevarieerd, maar hier gaat het uiterlijk vertoon bij wijlen ten koste van de muzikale inhoud. Net als bij Charpentier bestaan de beide uitgevoerde stukken uit onderdelen met verschillende bezettingen, wat helaas aanleiding gaf tot het nemen van lange tussenpauzes met een boel grotendeels overbodig heen-en-weergeloop. Mondonville, die ook verscheidene opera's componeerde, geeft de vocale solisten veel ruimte om hun kunsten te vertonen. Vooral tenor Jean-Paul Fouchecourt blonk daarbij uit, met zijn geprononceerde, heldere stemgeluid en zijn discreet, natuurlijk vibrato. Hoewel de Slowaakse sopraan Magdalena Kozena de dynamische toppen en dalen van haar partij wel heel extreem aanzette - dikwijls binnen het bestek van een enkele noot - was ook haar bijdrage allerminst te versmaden.

Toch was het vooral de wervelende krachtenbundeling van het orkest en het pittige, uit zesentwintig zangers bestaande koortje, perfect in balans gehouden door Minkowski, waaraan dit optreden zijn glans ontleende. De muziek zelf mocht dan diepgang ontberen, ze werd in elk geval met aanstekelijke vaart en vlijt gebracht.


© Frits van der Waa 2006