Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Niet geplaatst artikel voor de Volkskrant, 15 oktober 1998.

Noot: aangezien Liberman niet lang na dit optreden overleed is het jammer dat dit stuk nooit in de krant gekomen is


Liberman geeft Beethoven tijdloze kalmte

Werken van Beethoven, door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Viktor Liberman. 14 oktober, Concertgebouw, Amsterdam.

De twee voormalige concertmeesters van het Koninklijk Concertgebouworkest floreren in hun tweede leven als dirigent. Jaap van Zweden, tegenwoordig chef van het Orkest van het Oosten, staat op de nominatie om benoemd te worden bij het Residentie orkest. En Viktor Liberman, die sinds vorig jaar het Noord Nederlands Orkest leidt, voerde woensdag zijn ex-collega's van het KCO aan in een Beethoven-programma.
Eigenlijk had de Italiaanse veteraan Carlo Maria Giulini op de bok moeten staan, maar die mag van de dokter voorlopig niet dirigeren. Daarmee lijkt de kans dat hij en het Concertgebouworkest ooit nog eens zullen samenwerken niet erg groot: Giulini is al 84.
Vergeleken daarbij is Liberman, met zijn 67 jaar, nog maar een jonkie, zeker als je bedenkt dat zijn officiële carrière als dirigent pas twee jaar geleden begon. In plaats van Beethovens Vierde en Zevende`, die Giulini had zullen dirigeren, had hij verkozen de en de Zesde uit te voeren, waarmee het een wel uitzonderlijk klassiek programma werd. Liberman kent deze werken natuurlijk als zijn broekzak, en zijn uitvoeringen getuigden dan ook van een gerijpte visie.
Een flamboyante dirigent is Liberman niet, eerder een bedachtzame. In zijn interpretaties prevaleert een grote aandacht voor de doorgaande lijn boven het plaatsen van theatrale accenten. Die milde toets leidde vooral bij de Zesde, de 'Pastorale', tot een uitvoering met een soort tijdloze kalmte, waarvan een grote noblesse uitging. Door de genuanceerde wijze waarop Liberman de orkestklank doseerde bereikte hij, zonder vol gas te geven, zinderende spanningsbogen die bijna ongemerkt tot ontwikkeling kwamen.
Zijn interpretatie van de Vijfde Symfonie, waarin het contrast een veel grotere rol speelt, was als geheel wat minder overtuigend. Waar het orkest op volle sterkte opereert, wat vooral in het laatste deel het geval is, had de klank de neiging dicht te lopen, waardoor de uitvoering uiteraard ook aan spankracht inboette. Maar in de minder turbulente passages ontlokte Liberman het orkest een vloeiende kleurenpracht, handhaafde van begin tot eind zijn greep op de grote vorm, en verschafte toch nog menig boeiend doorkijkje op dit overbekende werk.


© Frits van der Waa 2006