Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 26-04-1999, Pagina 9, Kunst, Recensie

Een eindeloze estafette van lust

Reigen, van Philippe Boesmans, door de Nationale Reisopera o.l.v. Patrick Davin en Andrea Raabe. 23 april, Stadsschouwburg, Amsterdam. Herhaling: Utrecht (27), Eindhoven (29/4), Enschede (1), Rotterdam (5), Den Haag (7) en Groningen (8/5).

De thematiek die toneelschrijver Arthur Schnitzler meer dan honderd jaar geleden behandelde in zijn Reigen, is nog altijd actueel en zal dat blijven ook, al is ze weliswaar niet meer zo explosief als voorheen. In tien variaties op het verrichten van de geslachtsdaad zet Schnitzler de personages die deelnemen aan deze estafette van de lust op even briljante als genadeloze wijze in hun hemd: de hoer die het met de soldaat doet, die het vervolgens met het kamermeisje doet, dat het vervolgens met een jonge heer doet... enzovoorts - tot nummer tien, een Graaf, uiteindelijk wakker wordt in het bed van de hoer en niet eens meer weet wat hij die nacht heeft gedaan. Zo vluchtig is het najagen van vleselijke verlangens.

Zes jaar geleden bewerkte De Waalse componist Philippe Boesmans samen met regisseur Luc Bondy Reigen tot een opera. Op zichzelf was dat een uitmuntende gedachte. Het grootste probleem van Reigen is namelijk de vormgeving van de korte, maar essentiële paringsmomenten. Waar Schnitzler zelf kon volstaan met een rij veelbetekenende puntjes, staat een regisseur voor de moeizame afweging tussen nietszeggende kuisheid en bedenkelijk voyeurisme. Muziek is bij uitstek het medium om deze passages suggestief en toch bovenzinnelijk in te kleuren. De nieuwe enscenering van de Nationale Reisopera kan in meer dan een opzicht worden beschouwd als een artistiek statement. Het is al een daad van betekenis om een opera van een Belgische componist op het repertoire te nemen. Dat de cast voor tachtig procent uit Nederlandse zangers bestaat is al bijna even bijzonder. En ten slotte is het een verfrissend idee om juist deze opera door een vrouw - de Duitse regisseuse Andrea Raabe - te laten ensceneren.

Vergeleken met de oogstrelende, gestileerde aankleding van Luc Bondy's Brusselse enscenering uit 1993 ziet Raabe's Reigen er een beetje rommelig uit, met zijn incongruente keur aan fantasiekostuums en de op het eerste gezicht ordeloos opgestelde rekwisieten. De hele boedel blijkt zich echter op een draaischijf te bevinden, die bij elke scènewisseling een stukje verder draait - een mooi symbool van de kringloop van gebeurtenissen.

De tien zangers, die allen in min of meer gelijke mate hoofdpersoon zijn, hebben zichtbaar plezier in het uitbeelden van de amoureuze schermutselingen tussen de ietwat karikaturale, en vanzelfsprekend dubbelhartige, personages. Er wordt opvallend fraai gezongen, met Annelie Brinkhof (de jonge vrouw) en Roger Smeets (de Graaf) als uitschieters.

Raabe's visualisering van de bijslaap is wel heel summier: veelal bevriezen de twee deelnemende partijen in een of andere aan elkaar vastgeklampte pose, terwijl in de coulissen passanten rondwaren in een groen of blauw schijnsel. Het is Boesmans' muziek die deze scènes op verfijnde wijze 'inhoud' geeft, waarbij hij menigmaal verrassend uit de hoek komt.

Helaas laat de inventiviteit die in de eerste vijf taferelen tot een overrompelende aaneenschakeling van geestige, vileine en aandoenlijke momenten leidt hem daarna deerlijk in de steek. Nieuw Sinfonietta Amsterdam levert onder leiding van de Belgische dirigent Patrick Davin een excellente uitvoering van Boesmans' sonore, veelkleurige muziek, maar kan niet verhinderen dat het tweede vijftal intieme ontmoetingen in toenemende mate gebukt gaat onder geestdodende variaties op steeds dezelfde dalende akkoordprogressies. Eigenlijk zou Davin dit gedeelte nog eens flink onder handen moeten nemen. Schnitzlers stuk verdient beter.


© Frits van der Waa 2006