Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 08-06-1999, Pagina 11, Kunst, Recensie

Nieuw orgel geen garantie voor krachtige Keuris

Keuris, Poulenc en Brahms, door het Orkest van het Oosten o.l.v. Jaap van Zweden. 4 juni, Muziekcentrum, Enschede.

Dat het Orkest van het Oosten deze maand uitgebreid aandacht besteedt aan het werk van de tweeënhalf jaar geleden gestorven componist Tristan Keuris is in zekere zin een doekje voor het bloeden. Zou dit festival ook plaats hebben gevonden als Keuris nog onder ons was geweest? Het heeft iets wrangs dat muziek dikwijls vaak pas echte geestdrift losmaakt wanneer haar maker de geest heeft gegeven.

Even goed is het een mooi initiatief. Het komt niet zo vaak voor dat een orkest een Nederlandse componist - dood of levend - op deze schaal in het zonnetje zet. Het festival omvat zeven verschillende programma's waarin orkest- en kamermuziek van Keuris wordt gecombineerd met werk van illustere voorgangers. De drie orkestprogramma's worden bovendien herhaald in het Amsterdamse Concertgebouw.

Het Orkest van het Oosten slaat met dit evenement twee vliegen in één klap, want het festijn is tevens opgehangen aan het nieuwe concertorgel dat de firma Flentrop heeft gebouwd in het Enschedese Muziekcentrum. De verbindende schakel is Keuris' Orgelconcert uit 1993, waarmee het orgel op 25 juni officieel zal worden ingewijd.

Maar dan is het al verscheidene keren te beluisteren geweest. Afgelopen vrijdag, tijdens het openingsconcert, demonstreerde Jaap Zwart junior het instrument aan de hand van Poulencs Orgelconcert. Het is spijtig dat Jos van Immerseel, die aanvankelijk als solist zou optreden, verhinderd was, want Zwarts spel en registratie waren aan de knoestige kant.

Desondanks werd duidelijk dat het een fraai instrument is, dat mooi is afgestemd op de akoestiek van de Grote Zaal van het Muziekcentrum. Dat geldt ook voor de vormgeving van het instrument: het front is breed, maar maakt door de opdeling in vlakken toch een slanke indruk; het instrument lijkt plat tegen de muur te kleven.

Toch zal Flentrop het nog even moeten controleren op scheefstaande pijpen, want tussen de bedrijven door klonken een paar zwakke en laaghangende tonen.

Keuris' Symphony in D beleefde een adequate, maar niet ten volle overtuigende uitvoering. Dirigent Jaap van Zweden sloeg zich met bekwame hand door het werk heen, maar slaagde er niet altijd in tot de kern door te dringen (die bij Keuris niet altijd even makkelijk is te vinden). Met een iets grotere terughoudendheid en wat meer aandacht voor de articulatie was de klassieke geest van het werk beter tot zijn recht gekomen.

In de Tweede Symfonie van Brahms liet het Orkest van het Oosten horen dat het voor zijn dirigent door het vuur gaat. Van Zwedens visie op Brahms is om het zacht uit te drukken volumineus. In de milde, dunnere passages plaatst hij behartigenswaardige accenten, en brengt hij vooral het hout tot bloei, maar zodra de f van forte in de partituur verschijnt, geeft Jaap hem van Jetje, en scheurt hij met plankgas over de vluchtstrook. Spannend, maar niet wat je noemt stijlvol.


© Frits van der Waa 2006