Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 20-09-1999, Pagina 11, Kunst, Recensie

Grote en Mooie brokken opera met te weinig licht

Rotterdam Philharmonic Gergjev Festival; concerten door het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valeri Gergjev en het Rotterdam Young Philharmonic o.l.v. Roy Goodman. 17 t/m 19 september, de Doelen, Rotterdam. Het festival duurt t/m 24 september. De NPS wijdt de komende week drie tv-programma's aan Gergjev.

Het eigenaardige aan het Rotterdamse Gergjev Festival, dat nu al voor de vierde keer wordt gehouden, is dat het geen onderwerp heeft, maar alleen een hoofdpersoon. Die hoofdpersoon, Valeri Gergjev, de chef van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, is weliswaar een gedreven dirigeerbeest, dat niets liever doet dan Grote en Mooie Muziek maken, maar als grondslag voor een festival is dat toch wat mager. Vandaar dat het RPhO elk jaar weer een thema moet verzinnen waar zo veel mogelijk in past.

Dit jaar is het motto 'vallende maskers'. 'Een toepasselijker thema is er in het kader van het 'fin de siècle' niet te bedenken', meldt de festival-Dagkrant met onbedoelde wanhoop in zijn welkomstwoord.

Dat de concertante uitvoering van Verdi's Un ballo in maschera kwam te vervallen is in een dergelijk kader al even toepasselijk. In plaats daarvan dirigeerde Gergjev zaterdagavond enige scènes uit Aida en Don Carlo, waarvoor de zangers van de Kirov Opera een compleet stel kostuums en een Ollie B. Bommel-stoel hadden meegebracht, zodat er zowaar sprake was van een heuse opvoering. Bij gebrek aan zaallicht was het verstrekte tekstboekje geheel onleesbaar, waardoor de strekking van het gebodene menigeen ontgaan zal zijn. Maar dat hier Grote en Mooie muziek werd gemaakt leed geen twijfel.

Buiten, op het Schouwburgplein, was het allemaal nog vele malen Groter te zien op een reusachtig beeldscherm. De honderden belangstellenden zagen zich wel genoopt een veilige afstand in acht te nemen, aangezien de muziek met zo veel geweld werd uitgestraald dat ze op tien minuten gaans nog te horen was.

Rotterdam neemt de verbreiding van de cultuur voortvarend ter hand. Diezelfde middag was het plein het toneel van de Philips Children's Corner, waar naast videobeelden uit Space Jam ook diepgaander vertier voor en door kinderen werd geboden. Hoogtepunt was Peer Gynt, gespeeld door Frank Groothof, die zijn eigenzinnige versie van Ibsens toneelstuk perfect heeft toegesneden op Griegs muziek. Het Jeugdorkest van het Rotterdamse Conservatorium leverde onder Ernst van Tiel een opvallend volwassen uitvoering.

Het Rotterdam Young Philharmonic, het 'leerorkest' waarin conservatoriumstudenten samenwerken met musici uit het RPhO, is ook zo'n investering in de toekomst. Het muzikaal rendement is bevredigend, zo bleek zondagmiddag, maar niet echt overtuigend. Het RYP had ook wel erg veel hooi op de vork genomen: Métaboles van Henri Dutilleux, het linkerhand-concert van Ravel (met een illuster solo-aandeel van Jan Wijn) en de Midzomernachtsdroom-suite van Mendelssohn. Vooral het laatste werk ontbeerde hier en daar precisie en reliëf. Dat tweede gebrek moet trouwens eerder op het conto van dirigent Roy Goodman worden geschreven.

Het openingsconcert, waarin Gergjev naast een nogal dichtgeplamuurde uitvoering van Schönbergs Pelléas et Mélisande een diepkervende vertolking van Bartóks Hertog Blauwbaards burcht weggaf, trok niet meer dan een halfvolle zaal. Het Rotterdamse publiek staat nu eenmaal bekend om zijn koudwatervrees voor twintigste-eeuwse muziek. Wat dat betreft biedt het vervolg van het festival (met onder andere een concertante Parsifal) een geruststellender aanblik. En het slotconcert van komende vrijdag bevat de veilige combinatie van Beethoven en Johann Strauss. Dus dat komt wel goed.


© Frits van der Waa 2006