Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 18-11-1999, Pagina 33, Kunst en cultuur, Recensie

Jonge Schat was al in de ban van bevattelijkheid

Peter Schat: Mozaïeken, Entelechie I, Dansen uit het Labyrint, On Escalation, Clockwise and Anti-clockwise, door het Nederlands Ballet Orkest o.l.v. Thierry Fischer. Donemus Highlights.

Het Nederlands Ballet Orkest restaureert het recente verleden. Drie jaar terug boog het zich over het vroege werk van Louis Andriessen, en nu is de jonge Peter Schat aan de beurt. De onlangs bij Donemus verschenen cd bevat vijf significante werken uit de jaren '59-'68, waarin het rijpingsproces van de in 1935 geboren componist duidelijk te volgen is.

Het zijn kinderen van hun tijd, deze stukken. Achtereenvolgens horen we twaalftoonsmuziek in het kielzog van Webern, seriële muziek in de trant van Boulez, en experimenten met collages en stijlcitaten - het begin van een queeste die zou leiden tot het formuleren van Schats Toonklok-theorie.

Maar deze werken hebben de tand des tijds opmerkelijk goed doorstaan. Achteraf gezien verraden ze al Schats preoccupatie met de wederzijdse aantrekkingskracht van intervallen en voor het oor bevattelijke melodieën. Zo is het gestoei met twaalftoonsreeksen in Mozaïeken uitermate transparant, bijna op het naïeve af, maar het is daardoor wel een heel toegankelijk stuk. Zelfs in Entelechie I, waar Schat zich opmaakte om de traditionele melodie uit te bannen, rusten de versplinterde klanken op een fond van doorgaande glissandi, die later plaats maken voor een skelet van lange tonen, waarboven gaandeweg karakteristieke, herkenbare intervalcombinaties opdoemen.

On Escalation en Clockwise and Anti-clockwise hebben een soort van gevarieerde refreinvorm, die de muziek een rituele, bezwerende lading geeft. Schats muzikale ideeën mogen in deze vijf werken nog niet volkomen uitgekristalliseerd zijn, de orkestratie getuigt van meet af aan van een sterke innerlijke klankvoorstelling.

Richard Rijnvos: Le rideau se baisse lentement durant toute la musique suivante, Stalker, Stanza, Palomar, Atlantique, door het Ives Ensemble. Donemus Highlights.

De kennismaking met het werk van John Cage was voor Rijnvos in 1988 aanleiding radicaal schoon schip te maken. 'Ik heb geen zin om mensen een emotie voor te kauwen', zegt hij in het cd-boekje. De kaalgeslagen klankwereld van deze stukken zal menig luisteraar dan ook hermetisch voorkomen. Rijnvos' muziek is een musique pauvre, stil, verweesd, zonder ontwikkeling, maar niet zonder verandering. Ze is onthecht, maar allerminst steriel, al lijkt het daar in het slagwerkstuk Stalker en het speeldoos-stukje Stanza wel op.

In de volgende twee Stanzas - een chromatische en een microtonale - beginnen er muzikale gewassen te ontspruiten aan het braakliggende terrein. Palomar voor negen strijkers is een soort insectenmuziek. En de grootse, soms Ligetiaanse klankstapelingen in Atlantique uit 1994 zijn een voorbode van Rijnvos' recente werk, waarin hij beduidend meer registers opentrekt. De uitvoeringen door het Ives Ensemble zijn van het allerhoogste niveau.

Bach: Sonatas & Partitas for violin solo, door Rachel Podger. Channel Classics CCS 12198 en 14498.

De Bach-uitvoering van de Britse violiste Rachel Podger, op twee aparte cd's uitgebracht door Channel Classics, is buitengewoon fraai. Podger bespeelt een Pesarinius-viool uit 1739. Toch klinkt haar interpretatie niet opvallend 'barok', afgezien van haar loepzuiver non-vibrato-spel.

De speelruimte die Podger zichzelf in dramatisch opzicht gunt is niet groot, ze benut die wel optimaal. Haar terughoudende benadering leidt soms tot een behoefte aan fellere contrasten - zo komen enkele delen wel heel onnadrukkelijk aan hun eind - maar tegelijkertijd legt Podger met haar elegante spel de subtielste nuances van de muziek bloot. Het resultaat is van een tijdloze schoonheid.


© Frits van der Waa 2006