Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 18-12-1999, Pagina 9, Kunst, Recensie

Windziek orgeltje vormt rode draad

Werk van Sweelinck, Padding, Rijnvos en Adriaansz, door het Ives Ensemble, Tomoko Mukaiyama en Jannie Pranger. 15 december, Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Radio 4: 4 en 11 maart, 16.00 uur.

Componist Martijn Padding heeft een theorie: het strenge, nuchtere karakter van de Nederlandse kunst, dat komt allemaal voort uit het calvinisme. De afkeer van opsmuk en aanstellerij leidt volgens hem tot een 'geïmplodeerde extase', een eigenschap die je nergens ter wereld tegenkomt.

Op uitnodiging van het Centrum Nederlandse Muziek mocht Padding zijn theorie illustreren aan de hand van een door hemzelf samengesteld programma. Het eenmalige concert bood een intrigerende confrontatie tussen oude en nieuwe muziek van eigen bodem.

Als rode draad fungeerde het orgel, of beter gezegd: het surrogaat-orgel. Want het beverige kistorgeltje, waarop John Snijders Mein junges Leben hat ein End en andere werken van Jan Pieterszoon Sweelinck ten gehore bracht, kan nauwelijks als een volwaardig orgel beschouwd worden, evenmin als het harmonium dat de hoofdrol speelt in een nieuw werk van Peter Adriaansz. En Paddings eigen Nederland-Muziekland is dan wel geschreven voor sopraan en piano, maar gaat uit van het gedaver op kerkorgels en het psalmzingen in hele noten, bij uitstek het muzikaal zinnebeeld van het calvinisme.

Nederland-Muziekland is muziektheater. Sopraan Jannie Pranger declameert de tekst, een verzameling oorgetuigeverslagen van de bizarre kerkmuziekpraktijken, en barst van tijd tot tijd in gezongen noten uit. Pianiste Tomoko Mukaiyama beukt dissonante akkoorden uit het klavier, en zingt schel en nasaal tegen Pranger in. Het is niet bepaald mooie muziek, maar het maakt wel duidelijk hoe fascinerend lelijkheid kan zijn.

Richard Rijnvos' Stanza toont daarentegen de rijkdom van de armoede. Er is praktisch geen ontwikkeling. Het windzieke kistorgeltje produceert een vreemde aaneenschakeling van liggende en haperende noten en akkoorden.

Stugheid en schoonheid komen samen in 3-pt. (untampered) Product van Peter Adriaansz, waarin de klankwereld van het harmonium uitermate economisch wordt ontgonnen. Het is een vreemd discours, waarin uit korte module-achtige gegevens, een spel van herhaling en afwisseling wordt opgebouwd. Het materiaal is nu eens wrakkig en neuzelig, dan weer van een oorstrelende, harmonische weldadigheid, wat ten slotte uitmondt in een glorieus gebeier waarin de eerst zo 'geïmplodeerde' extase naar buiten breekt.


© Frits van der Waa 2006