Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 20-01-2000, Pagina 10, Kunst, Recensie

Eigenwijs orkest, eigenwijze Hamel

Werk van Copland, Xenakis, Van Roosendael en Macmillan, door het Noordhollands Philharmonisch Orkest en de Nieuwe Slagwerkgroep Amsterdam o.l.v. Micha Hamel en Josep Vicent. 18 januari, Concertgebouw, Haarlem. ConcertZender: 9/2, 21.00 uur.

Officieel duurt het nog een half jaar voor Micha Hamel werkelijk aantreedt als chef-dirigent van het Noordhollands Philharmonisch Orkest, maar zijn gastoptreden bij het orkest, afgelopen donderdag, was toch aanleiding voor welkomstwoorden en glasgehef. De 29-jarige Hamel dirigeerde alles bij elkaar weinig meer dan een half uur muziek. Zijn zelfverzekerde optreden en de manier waarop de musici voor hem het vuur uit hun sloffen speelden, beloven evenwel veel goeds voor de toekomst.

Hamel is een eigenwijs soort dirigent en past daarom goed bij het NPO, want dat is een eigenwijs orkest. Als antwoord op de omvangrijke inkrimping die het in de jaren tachtig moest ondergaan bij de grote reorganisatie van het orkestenbestel heeft het een avontuurlijke programmering ontwikkeld, waarin de twintigste-eeuwse muziek een belangrijke plaats inneemt.

Aangezien Hamel ondanks zijn jeugdige leeftijd al een zekere reputatie geniet als dirigent van eigentijds repertoire, zal de keus niet moeilijk zijn geweest.

Het was in zekere zin een teleurstelling dat Windows van Jan Rokus van Roosendael niet door Hamel werd gedirigeerd, maar door Josep Vicent. In dit werk moet de dirigent namelijk niet alleen de maat slaan, maar tegelijkertijd ook een compleet drumstel bedienen. Dat was een passende vuurdoop geweest voor de aankomende chef, maar Vicent, lid van de Nieuwe Slagwerkgroep Amsterdam, had wat dat betreft veel betere papieren. De klappen die hij uitdeelde waren fel en bezwerend, en zijn slagen in de lucht logen er ook niet om.

Het hele concert stond in het teken van de percussie. Zelfs in de voor de gelegenheid toegevoegde ouverture, het korte Buckaroo Holiday uit Aaron Coplands Rodeo, is het orkest bijna als ritme-instrument behandeld. De Nieuwe Slagwerkgroep Amsterdam leverde een stevige portie Xenakis, met het gewelddadige Peaux uit Pleiades en de curieuze, karige klanken van Zythos voor zes marimba's en trombone.

Het meest geruchtmakende werk, waarin Hamel werkelijk kon tonen wat hij waard is, was Veni, veni Emmanuel van James MacMillan. Deze 40-jarige Schot is de auteur van een aantal spectaculaire concertante werken die allemaal een mystieke inslag hebben. In Veni, veni uit zich dat in de tegenstelling tussen verzengende dissonanten en een welluidende, bijna renaissancistische harmoniek, die in de loop van het stuk meer en meer op de voorgrond treedt.

Macmillan is te lang van stof, maar dat neemt niet weg dat hij die twee elementen listig door elkaar laat lopen, en daarbij de zaken in ritmisch opzicht levendig houdt. Zo levendig zelfs dat Hamel op een gegeven moment zelfs twee maatsoorten door elkaar moest dirigeren. Dat hij zo'n stuk onder controle weet te houden is een bewijs van zijn kunnen. Nu nog eens zien hoe hij het eraf brengt in werk waarin het espressivo de hoofdrol speelt.


© Frits van der Waa 2006