Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 23-01-2001, Pagina 8, Kunst, Recensie

Onder Herreweghe wordt Brahms stuk avontuurlijker

Brahms, Orchestre des Champs-Elysées o.l.v. Philippe Herreweghe. 21/01, Concertgebouw, Amsterdam.
Adams en Brahms, Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Edo de Waart. 20/01, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 27/1, 20.02 uur. Ned 3 (Brahms): 25/2, 13.00 uur.

Van alle klassieke componisten is Johannes Brahms nog altijd degene die het meest gegispt en beschimpt is, met name door zijn collega's. Schumann verafgoodde hem, maar Hugo Wolf, Tsjaikovski en Benjamin Britten moesten niets van zijn muziek hebben. Schönberg op zijn beurt beschouwde Brahms grappig genoeg als een progressief componist.

Dit weekeinde was er in het Concertgebouw ruimschoots gelegenheid om het Brahms-beeld bij te stellen, aan de hand van uitvoeringen door het Radio Filharmonisch Orkest en het Orchestre de Champs-Elysées. De oude Johannes kwam er beduidend zonniger uit dan gewoonlijk. Dat was zaterdag, tijdens het Matinee, in de eerste plaats de verdienste van de Russische pianist Boris Berezovsky, die inviel voor zijn verhinderde collega Emanuel Ax.

De ster van de 31-jarige Berezovsky, die tien jaar geleden het roemruchte Tsjaikovski Concours won, is nog steeds rijzende. En terecht, getuige zijn lucide vertolking van Brahms' Tweede Pianoconcert, waarin hij een doortastende helderheid paarde aan bijna Frans aandoend koloriet. Radio Fil-chef Edo de Waart pareerde dit met een robuuste, maar waar nodig even verfijnd uitgebalanceerde begeleiding, die aan het slot zelfs burleske trekjes aannam.

De combinatie met John Adams' in 1999 voltooide Naive and Sentimental Music pakte goed uit, zoals te verwachten was, want Adams' virtuoze orkeststukken hebben iets kameleontisch, waardoor ze eigenlijk overal bij passen. Naive and Sentimental Music was met zijn lengte van bijna drie kwartier een waardige pendant van Brahms' pianoconcert. Adams toont zich in het driedelige werk een ware duivelskunstenaar. In het eerste deel spint hij een soort unendliche Melodie voort, in het tweede koketteert hij met een versterkte gitaar en een fascinerende mix van majeur-akkoorden. In het slotdeel maakt een aanvankelijk op minimal-technieken teruggrijpende muziek ten slotte plaats voor welhaast visionair dooreengevlochten kopermotieven, op de grens van tonaal en atonaal, die doen denken aan een groots klokgebeier.

Minstens even feestelijk was het Brahms-programma dat het Orchestre des Champs-Elysées daags daarop ten gehore bracht in de serie Wereldberoemde Barokorkesten. Dat klinkt een beetje paradoxaal, want Brahms is alles behalve een barokcomponist. Maar naar de geest klopte het wel, want Philippe Herreweghe, dirigent en oprichter van het orkest, is een vertegenwoordiger van de 'historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk'. Wat hij doet met Brahms' Serenade in D en de Vierde Symfonie is vergelijkbaar met de grote schoonmaak waaraan Frans Brüggen de muziek van de Weense klassieken destijds onderwierp.

Onder zijn handen verliest Brahms' muziek zijn stugheid en zwaarwichtigheid en krijgen de verschillende stemmen een innerlijk leven, waardoor de muziek enorm aan dramatiek en avontuur wint. Fascinerend zijn vooral de momenten waarop Herreweghe gas terugneemt, waardoor een soort geladen luwtes ontstaan. Het Orchestre des Champs-Elysées heeft niet de gestaalde perfectie van het Radio Filharmonisch, maar dat enkele foute nootje doet niets af aan de inzet en concentratie van de musici en al helemaal niet aan de bezieling en de verrassende inzichten van de dirigent.


© Frits van der Waa 2006