Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 23-03-2001, Pagina 10, Kunst, Recensie

Bewerkingen Smirnov steken bleek af bij echte Sjostakovitsj

Werk van Smirnov, Sjostakovitsj en Denisov door het Nederlands Blazers Ensemble o.l.v. Bas Pollard. 21 maart, Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Herhaling: Apeldoorn, 25/3.

Het Nederlands Blazers Ensemble hanteert al een paar jaar een programmaformule waarbij telkens wordt een hedendaagse componist uitgenodigd om werk van een collega uit het verleden te bewerken. Tevens mag hij een eigen stuk laten horen, en zo komt er dan een perfecte trait d'union tot stand tussen uiteenlopende componisten. 'In de bewerking toont zich de meester,' zo zou je de filosofie achter deze programmering kunnen samenvatten.

Helaas gaat die wijsheid niet altijd op. Voor hun meest recente project hebben de Blazers de Russische componist Dmitri Smirnov in de arm genomen. Smirnov (1948) is een leerling van Edison Denisov (1929-1996), die op zijn beurt een leerling was van Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975). Smirnov heeft zich over het werk van zijn beide voorgangers gebogen, en daarnaast een eigen Portret, opus 21, in memoriam Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj gecomponeerd.

Het stuk telt 24 variaties, gebaseerd op Sjostakovitsj' muzikale handtekening, het motief D-S-C-H (d-es-c-b) en bevat tevens tal van citaten uit diens werk, zodat er sprake is van een soort muzikale biografie, en verwijst ook nog eens naar Beethovens Grosse Fuge. Dat is wel wat erg veel en het is dan ook weinig verwonderlijk dat Smirnovs Portret een uitgesproken fragmentarische indruk nalaat.

Heel wat geslaagder is Smirnovs bewerking van de muziek die Sjostakovitsj in 1930-31 schreef voor de film Alleen: een aaneenschakeling van korte en iets minder korte stukjes fanfare-, hoempa-, en sfeermuziek, briljant uitgelicht met behulp van malle tromboneschuivers, feeërieke fluitsolo's en een knetterende xylofoon.

In het serieuzere werk schiet Smirnov echter tekort als bewerker. De blazersbegeleiding van Denisovs Saxofoonsonate ontbeert de souplesse en de slankheid van de oorspronkelijke pianopartij, hoe verbijsterend het spel van solist Arno Bornkamp ook is. En in de bewerking van Sjostakovitsj' Achtste strijkkwartet is de klankbalans grotendeels zoek, doordat de meeste cellonoten zijn toebedeeld aan de contrabas, die in dynamisch opzicht ver achterblijft bij de blazers. Het blijft hoe dan ook een absorberend stuk, maar per saldo is het verlies groter dan de winst.


© Frits van der Waa 2006