Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 17-09-2001, Pagina V2, Kunst, Recensie

Orgel combineert vruchtbaar met slagwerk, maar galmt

Werk van Nono, King-Gómez, Baroni en Vriend. 14 september, Kloosterkerk, Den Haag.

Eigenlijk is het verbazend dat er nog maar zelden iemand op het idee is gekomen om muziek voor orgel en slagwerk te schrijven. Zo op het oog is het een perfecte combinatie: het orgel heeft immers de doorgaande tonen die het slagwerk mist, en het slagwerk heeft de klappen, de ruis en het ritme die het orgel van nature ontbeert.

Met het programma 100% Organic hebben de Slagwerkgroep Den Haag en organist Jan Hage laten horen dat deze ongewone verbintenis wel degelijk vruchtbaar is, maar dat daarbij wel een praktisch probleem om de hoek komt kijken.

Orgels staan namelijk in kerken. En kerken galmen. De Haagse Kloosterkerk, waar het programma vrijdag ten vuurdoop gehouden werd, galmt zelfs heel erg. Ook in de twee andere kerken die het gezelschap dit weekeinde bezocht heeft, de Rotterdamse Sint-Laurens en de Amsterdamse Wester, blijven geluiden bovengemiddeld lang rondzingen.

Van de drie nieuwe stukken die de Slagwerkgroep ten gehore bracht, had Grosse Fuge van Jan Vriend het meest te lijden onder dit euvel. Volgens de voorschriften van de componist had het slagwerk rondom het publiek moeten staan, maar daarvoor was in de Kloosterkerk geen ruimte, dus moest het andersom. Grosse Fuge is een ambitieuze compositie, wat ook bijna niet anders kan, gezien het gelijknamige voorbeeld waarin Beethoven het traditionele strijkkwartet uit zijn voegen liet barsten.

In het vijfentwintig minuten durende stuk verwerkt Vriend drie thema's op een dusdanige manier dat het niet meevalt de weg in dit labyrint te vinden. Hij trekt daarbij, figuurlijk althans, alle registers open.

Het stuk bevat heftige crescendi, majestueuze majeur-akkoorden, geratel, gerasp en geroep, zwoele kabbelklanken, een koraal-met-klokkenspel, en natuurlijk ook een handje noten van Beethoven. Dirigent Jonathan Stockhammer coördineerde de complexiteiten met vaste hand, maar kon niet beletten dat de muziek op een aantal plekken dichtliep. Zonderling genoeg werd het orgel daarin juist menigmaal overstemd door het slagwerk.

De overige twee door de Slagwerkgroep aan het werk gezette componisten, Geoffrey King-Gómez en Claudio Baroni, zijn behoedzamer omgesprongen met de materie. Baroni, afkomstig uit Argentinië maar al enige tijd werkzaam in Nederland, bereikt in zijn Access allerlei vervreemdende effecten. Dat doet hij onder meer door het half-uittrekken van registers, waardoor allerlei microtonale verstemmingen optreden. Het stuk bevat vele frappante momenten en getuigt van grote fantasie, maar de vier deeltjes vertonen weinig samenhang en balans. Aan het slot voegt Baroni zelfs nog een violiste aan het ensemble toe, die vanaf het balkon verdroomde flageoletten de kerk in stuurt.

Dat een Britse componist een Sarabande voor Herman Brood heeft gecomponeerd mag vreemd lijken, maar de 52-jarige Geoffrey King-Gómez woont al sinds 1995 in Amsterdam. Hij weet dus welke plek Herman Brood inneemt in de Nederlandse cultuur.

Tijdens het werk aan zijn Sarabande vernam hij van Broods dood en besloot het stuk aan hem op te dragen. De muziek zelf is heel terughoudend en heeft niets van doen met Broods werk. Met zijn vele parallelle akkoorden, die doen denken aan vaudeville-muziek, is het een curieus en bij vlagen humoristisch stuk. Meer dan zijn beide collega's streeft King naar een toenadering tussen orgel en slagwerk, waarbij vooral marimba-tremolo's bijzondere mixturen opleveren.

Zo bereikt de Slagwerkgroep een spannende en inderdaad 'organische' combinatie, waar beslist meer muziek in zit, al is het wel zaak eens na te denken over mogelijke andere locaties. Er zijn immers ook concertzalen met orgels.


© Frits van der Waa 2006