Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 15-01-2002, Pagina 10, Kunst, Recensie

Wagemans' werk zit vol met noten

Het Vde Boek van P.J. Wagemans, door het Doelen Ensemble o.l.v. Jurjen Hempel. 13 januari, De Doelen, Rotterdam.
Werk van Adams, Ravel, Wagemans, Copland en Prokofjev, door het Radio Kamerorkest o.l.v. Peter Eötvös. 12 januari, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 15 januari, ca. 21.25 uur.

Het is met hedendaagse componisten vaak hollen of stilstaan. Soms hoor je een poosje niets van ze, dan weer hopen de premières zich op. Zo ging het zaterdag met Peter-Jan Wagemans: in één middag klonk twee uur nieuwe muziek van zijn hand. Overigens is Wagemans veel te productief om lang buiten beeld te blijven. In mei staat zijn nieuwe Concert voor saxofoonkwartet en orkest bij het Residentie Orkest alweer op de agenda.

Wagemans schrijft niet alleen veel stukken, maar ook veel noten. Pittige tempi en watervlugge cascades van tonen en akkoorden domineren in zijn recente werk, op gepaste tijden afgewisseld door momenten van rust. Tomoko Mukaiyama, de soliste in zijn pianoconcert Edens Gardiner, had er haar handen vol aan. Het lukte haar om, in hechte samenwerking met het Radio Kamerorkest en dirigent Peter Eötvös, het menigmaal tot festoenen verknoopte notenbeeld de beoogde lichtvoetigheid mee te geven. Het publiek beloonde haar, én de componist, met een ware ovatie.

Wagemans speelt een betoverend spel met kleur en samenklank, schuwt de welluidendheid niet, maar voegt er altijd een paar eigenwijze klanken of op zijn minst een één kwarttoon verstemde harp aan toe. Hij leent onbekommerd van Stravinsky en Messiaen, zelfs Beethoven lijkt even om de hoek te komen, en toch houdt hij het hoofd boven water, dankzij zijn eigen inventiviteit.

Het enige bezwaar dat je tegen het zevendelige werk zou kunnen aanvoeren is dat de keten van gebeurtenissen, hoe onderhoudend ook, niet erg dwingend is. Het beeld van een insectenboek dat Wagemans voor ogen stond, heeft geleid tot een boeiende, maar ietwat losbladige catalogus, die overigens perfect aansloot bij het werk van Adams, Ravel en Prokofjev, waarmee het in deze al even inventief samengestelde Matinee werd omlijst.

Ook de avondvullende cyclus Het Vde Boek, die daags na de Matinee zijn eerste integrale uitvoering beleefde onder handen van een gedreven musicerend Doelen Ensemble, heeft een wat fragmentarisch karakter. Dat wordt hier evenwel ondervangen door een verhaallijn, waarin de beide zangeressen in de rol van twee ietwat naïeve engeltjes commentaar leveren op de inhoud van de eerste vijf bijbelboeken.

Ook hier tapt Wagemans met succes uit vele vaatjes: tegenover opzwepend metaalgerinkel staan bezonken delen met uitgespaarde lijnen. Gerrie de Vries en Djoke Winkler Prins zijn geweldig in de over elkaar buitelende engeltjespartijen, alsook in het charmante mini-operaatje Paradise Lost. Het is alleen jammer dat de vaak erg amusante tekst zo rap passeert dat die zelfs meelezend nauwelijks bij te benen is.

In hoeverre de samenstellende onderdelen als de Kammersymfonie en de Missa Brevis als zelfstandig stuk hun werking behouden staat nog te bezien, maar in Het Vde Boek vormen ze fraaie bekroningen van een dubbele spanningsboog.


© Frits van der Waa 2006