Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 28-03-2002, Pagina K18, Kunst katern, Recensie

Huelgas Ensemble zingt 'antieken' nóg mooier

Le Chant de Vergile. Huelgas Ensemble o.l.v. Paul van Nevel. Harmonia Mundi.
Jean Richafort: Requiem, motetten en chansons. Idem.

Ruim een jaar geleden toerden het Nederlands Kamerkoor en Renaissance-specialist Paul van Nevel door het land met het programma 'De Lokroep van Vergilius'. De fascinerende muziek die daar klonk, is intussen op de plaat gezet door Van Nevel en zijn eigen Huelgas Ensemble. Dat maakt het nog mooier, want de gespecialiseerde Huelgas-zangers doen het nog net een graadje beter dan het Kamerkoor. Bovendien laat Van Nevel hier en daar instrumenten meespelen, wat de variëteit ten goede komt.

Het voornaamste gemeenschappelijke kenmerk in deze selectie bekende en onbekende werken is dat de componisten zich bediend hebben van teksten uit de Oudheid. Dat biedt een fraai kader voor een rijkgeschakeerde keus uit twee eeuwen muziek. De cd bevat onder meer zes verschillende zettingen van het destijds zeer geliefde Aeneïs-fragment Dulces exuviae, waarin de door de titelheld verlaten Dido haar aanstaande zelfmoord bezingt. Daarnaast klinken er enkele wat frivolere deunen, maar ook curieuze gezangen waarin de afwisseling van lange en korte noten strikt wordt bepaald door de indeling in versvoeten.

De onvermoeibare schatgraver Van Nevel en zijn Huelgas Ensemble hebben tevens een cd gewijd aan het werk van Jean Richafort (ca.1480-1547), een componist die zelfs voor kenners weinig meer dan een naam is, maar tijdens zijn leven grote faam genoot. Het pièce de résistance op de cd is het zesstemmige Requiem dat Richafort schreef ter nagedachtenis aan zijn in 1621 overleden collega Josquin des Prez: schitterende muziek met een opulente sonoriteit. Hier en daar schuren de stemmen wat wonderlijk tegen elkaar aan, wat vermoedelijk te maken heeft met Van Nevels eigengereide opvatting van de musica ficta-voorschriften, die destijds het verkeer tussen kruisen en mollen regelden. Enkele fraaie motetten en drie wat luchthartiger chansons - alle a cappella gezongen - completeren de verzameling.

Ottaviano dei Petrucci: Harmonice Musices Odhecaton. Fretwork. Harmonia Mundi.
John Tavener: The Hidden Face. Fretwork en Michael Chance. HM.

Ook het viol-ensemble Fretwork heeft binnen korte tijd twee cd's het licht doen zien. De ene bevat 32 stukken uit Odhecaton van Petrucci, een van de vroegste en fraaiste gedrukte muziekbundels. Alle zijn instrumentale bewerkingen van vocale muziek uit de vijftiende eeuw, en ook hier prijken beroemde namen naast totaal onbekende. De viol-spelers van Fretwork - een ensemble van gamba's in verschillende formaten - produceren een schitterend, licht rinkelend gezoem, en leggen groot raffinement in hun spel. Niettemin is het met deze cd als met een box vol bijouterieën: het is allemaal mooi, maar wordt gauw te veel.

Anders ligt het bij de cd The Hidden Face, waarop Fretwork nieuwe muziek van Sir John Tavener (geboren in 1944) combineert met werk van de zestiende-eeuwse componisten John Taverner (zonder Sir, mét r), Picforth en Ward. Het neospirituele werk van de hedendaagse John zal niet iedereen bekoren, ondanks de fraaie countertenor-zang van Michael Chance, maar die twintig minuten oude muziek zijn bepaald niet te versmaden. Dat komt vooral door de rijkdom van de vijf- en zesstemmige texturen, die op de Odhecaton-cd tot de uitzonderingen behoren. Chance en Fretwork komen nog een keer samen in de finale, een fraaie Evening Hymn van Henry Purcell.


© Frits van der Waa 2006