Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 16-05-2002, Pagina 8, Binnenland, Reportage

Twaalf keer Bob Marley

Nachtmerrie: opnieuw eindexamen. Redacteuren van de Volkskrant deinzen er niet voor terug. Vandaag muziek op het vwo.

Muziek is een gezellig vak om eindexamen in te doen. Niet dat het daarom minder ploeteren is, maar je hoeft in elk geval niet met een enorme horde in zo'n akelige gymzaal te zitten. Landelijk zijn er maar 671 vwo-leerlingen die opgaan voor hun eindexamen muziek.

Op het Fons Vitae Lyceum in Amsterdam zijn het er maar drie (allemaal meisjes), dus de krachtmeting met de klinkende materie vindt gewoon plaats in het muzieklokaal. Dat is wel zo handig ook, want het hele examen staat op cd.

Voor de drie dames is het wel de vuurdoop, dus ze hebben wat klamme handjes, een euvel waar zelfs de verslaggever in het begin even last van heeft. Want het blijft spannend, ook al heb je ervoor doorgeleerd .

In tweeëneenhalf uur tijd komt de hele muziekgeschiedenis aan bod: aan de hand van een motet van Josquin des Prez, de Achtste van Beethoven, een deeltje uit Bartóks Mikrokosmos, en I shot the sheriff van Bob Marley worden de kandidaten gefileerd op luistervaardigheid, historische kennis en theoretische bagage. Zo moeten we aan de hand van een klinkend voorbeeld een genoteerd muziekfragment voorzien van ontbrekende kruizen of mollen. Dat valt nog wel mee, temeer daar de Fons Vitae-leerlingen hier goed op getraind zijn. Een stuk lastiger is de vraag waarom de beluisterde muziek uit de Renaissance stamt en niet uit de Barok.

Het is hollen of stilstaan bij dit examen, want de cd draait meedogenloos door, en de bedenktijd is niet bepaald evenwichtig gedoseerd. Even een dipje? Dan is de muziek verklonken en de kans verkeken.

De ergste struikelblokken zitten in het Beethoven-hoofdstuk, ook omdat de marges dikwijls erg krap zijn. Wat was ook al weer het verschil tussen een overgangszin en een verbindingszin? En wat heeft D-majeur met F-majeur te maken? Ik krabbel snel 'paralleltoonsoort' neer, want de volgende vraag dient zich al aan. Stom, stom, het had natuurlijk 'tertsverwantschap' moeten zijn, maar zoiets bedenk je pas als het te laat is. Ook muziekdocent Cornel Leijdekkers vindt deze vraag bepaald te hoog gegrepen. Volgens hem is er nog nooit zo diepgaand gevraagd naar het verschil tussen allerlei muziekstijlen. Dergelijke 'open' vragen zijn soms lastig te beantwoorden. Wat zijn de 'Weens-klassieke' kenmerken van Beethovens Achtste, en wat is er Romantisch aan? Na het geholderdebolder krijgen we nu opeens vijf minuten de tijd om hierover na te denken. Het helpt niet: mijn antwoord op de laatste vraag, 'grote contrasten', is helemaal mis - dat maakt de muziek nu juist klassiek. Goede antwoorden zijn 'climaxwerking', en alweer die vermaledijde 'tertsverwantschap'.

Dan is het Bartók-onderdeel een stuk minder veeleisend. De vragen zijn eenduidiger, er zitten geen lastige dictees bij, en de meegeleverde bladmuziek is ondanks de vele maatwisselingen een stuk behapbaarder dan het fragment uit de Beethoven-partituur.

Het onderdeel over reggae is duidelijk bedoeld als eigentijdse uitsmijter, maar voor iemand van de generatie die Bob Marley bewust heeft meegemaakt is het waarlijk geen pretje om twaalf keer te moeten luisteren naar I shot the sheriff. En ook hier zitten van die moeilijke stijlbloempjes onder het gras. Want wat is de overeenkomst tussen Marley, de groep Postmen en de raggamuffin-muzikant Shabba Ranks?


© Frits van der Waa 2006