Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 30-01-2003, Pagina K13, Kunst katern, Recensie

Analoge charme

De Moog-synthesizer is terug. De vinding van Robert Moog, eerder een complete elektronische studio dan verbeterd Hammond-orgel, is weer te koop. Analoog en 'user-proof'. De sleutel van het succes in de jaren zeventig: het toetsenbord.

Je had de ARP, de Putney VCS3, en later kwam natuurlijk de Yamaha DX7, maar als het over synthesizers gaat, is er één naam die ogenblikkelijk in het geheugen springt: de Moog.

Tegenwoordig is via elektronische weg geproduceerde muziek eerder norm dan uitzondering. In het begin van de jaren zeventig lag dat anders: de surrealistische, letterlijk ongehoorde geluiden van de synthesizer leken de space age in te luiden. De Moog vond dan ook vanzelfsprekend zijn weg naar de sciencefictionfilm: hoewel er in de ruimte geen geluid mogelijk is, weten we sinds Star Trek hoe een langsvliegend ruimteschip klinkt. En dan had je natuurlijk de vingervlugge toetsenisten van de symfonische rock- en jazzmuziek, zoals Keith Emerson, Rick Wakeman en Chick Corea. Maar de eerste, en meest bekende kampioen van de synthesizer was Walter (later: Wendy) Carlos, die met gesynthetiseerde versies van Bachs Brandenburgse Concerten het instrument internationale bekendheid gaf.

Analog Days heet het boek dat Trevor Pinch en Frank Trocco hebben geschreven over de Moog en aanverwante apparaten, en dat is een mooie titel: de voltages die het geluid van die oude synthesizers aanstuurden, waren namelijk 'analoog', in tegenstelling tot de volgende generaties synthesizers, die berusten op het digitale principe. De analoge klankvoortbrenging heeft bepaalde charmes, zoals een lichte instabiliteit, die leidt tot een rijkere klank en soms ook tot vreemde, onvoorspelbare resultaten. De vroege synthesizers waren, als het ware, nog vervaardigd uit 'natuurlijk' materiaal, de huidige uit kunststof.

De 'oo' in Moog wordt op zijn Nederlands uitgesproken, want de uitvinder Robert Moog, die in 1937 in New York werd geboren, was een nazaat van Hollandse immigranten. Moog, een man die zowel van muziek hield als van knutselen met elektronica, bouwde in 1964 zijn eerste synthesizer, op instigatie van componist Herb Deutsch. Drie jaar later kwam de eerste volwaardige Moog-synthesizer op de markt, die weer drie jaar later werd gevolgd door de handzamere en bij popmusici snel zeer populaire Minimoog, waarvan er wereldwijd twaalfduizend over de toonbank gingen. Helaas was Moog niet echt een zakenman: zijn bedrijf was zozeer in de rode cijfers geraakt dat het in 1971 werd overgenomen.

Maar de Moog is weer 'in' tegenwoordig. Vorig jaar slaagde de uitvinder erin het recht op zijn oorspronkelijke bedrijfsnaam terug te krijgen, zodat je nu bij Moog Music Inc. weer een echte Minimoog kunt bestellen.

Pinch en Trocco behandelen hun onderwerp uitvoerig en met liefde, zonder al te veel technische verhandelingen - al moet je natuurlijk wel iets weten van de beginselen van elektronische muziek. Een synthesizer is namelijk geen verbeterd Hammond-orgel, maar eerder een complete elektronische studio.

Het doorslaggevende verschil tussen Moogs instrument en de synthesizers die Don Buchla en David Cockerell in diezelfde tijd ontwikkelden, was dat Moog van meet af aan het instrument voorzag van een toetsenbord. In de ogen van de harde, experimenteel gerichte kern van musici en componisten was dat een nodeloze knieval voor de traditie, maar uiteindelijk had Moog zijn succes te danken aan het feit dat hij steeds inspeelde op de praktische behoeften - en beperkingen - van musici. Zo liet hij componist David Borden, die in technisch opzicht een nitwit was, zijn gang gaan met het apparaat, op voorwaarde dat hij alle stekkers liet zitten wanneer er iets doorbrandde. Het resultaat was een instrument dat in hoge mate user-proof was.

De verdienste van Pinch en Trocco is dat ze zulke verhalen weten onder te brengen in een betoog met een breder blikveld, en daarmee zowel de benepen als de grootse aspecten van dat woelige tijdperk omstreeks het jaar 1970 blootleggen.

Toch is er een gemiste kans, die de auteurs op pagina 11 zelf al verwoorden, met de zin: 'Sound is the biggest silence in our book.' Zo is dat. In dit interactieve tijdperk had dit boek natuurlijk vergezeld moeten gaan van klinkende voorbeelden op cd, of een bijbehorende website.

Trevor Pinch en Frank Trocco: Analog Days - The Invention and Impact of the Moog Synthesizer. Harvard University Press. ISBN 0 674 00889 8.


© Frits van der Waa 2006