Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 28-03-2003, Pagina 10, Kunst, Recensie

Passages eigenaardige poëzie klinken op uit muziekschroot

Werk van Fred Frith, door het Asko Ensemble o.l.v. Peter Rundel, Normal en Fred Frith. 26 maart, Theater Lantaren/Venster, Rotterdam.

Fred Frith speelt op blote voeten. Dat is blijkbaar nodig om snel de weg te kunnen vinden tussen de grote hoeveelheid pedalen, knopjes en andere effectapparatuur waarmee zijn gitaar verbonden is. In een uitverkochte zaal opent hij met een solo-improvisatie het marathonconcert dat aan zijn werk gewijd is. Uit ijle, getokkelde tonen bouwt hij een soort ambient-muziek op. Maar dan wijkt orthodox gitaarspel al snel voor buitenissiger manieren om de snaren te bewerken. Het instrument gaat plat over de knie, waarna Frith er met strijkstokken, schoenpoetsborstels en verfkwasten de meest bizarre klanken uit schraapt en trommelt.

De 54-jarige Frith, ooit begonnen in de Engelse underground-band Henry Cow, heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een vooraanstaand musicus in het grensgebied tussen geïmproviseerde en gecomponeerde muziek.

Frith houdt van ontregeling. In zijn Weatherwise or Otherwise, waarin hij zelf meespeelt, verlaat hij menigmaal zijn krukje om naast dirigent Peter Rundel te gaan staan en verschillende instrumentengroepen met behulp van geleide improvisatie los te weken uit de notentekst, een steeds doorgaande, licht weemoedige melodielijn, die telkens door andere instrumenten wordt bijgekleurd en zich hier en daar vertakt tot meerstemmigheid.

Traffic Continues is nog losbladiger. Het bestaat uit vijftien losse onderdelen die - behalve het begin en het slot - in willekeurige volgorde moeten worden uitgevoerd en bovendien worden afgewisseld met improvisaties. Hoewel het stuk te fragmentarisch is om een half uur lang te boeien, blijkt Frith een componist die aardig weet te woekeren met balkanritmes en handjesvol noten.

Bij het optreden van Friths trio Normal komt de gitaar er niet meer aan te pas. Twee jongmaatjes uit de Frith-school bespelen een laptop en een zelfbouwversterker waar tokkelbare veren en bouten uitsteken. Frith zelf bedient een tafel vol speelgoed, waaronder drie met snaren bespannen planken. Hij begint met er kalmpjes een rij spijkers in te slaan, die hij dan met een strijkstok klaaglijke, bijna menselijke geluiden ontlokt. De muziek van het drietal is bijna ouderwets experimenteel en heeft een hoog schrootgehalte, maar bevat, vooral dankzij dergelijke toevoegingen van Friths hand, ook passages met een eigenaardige poëzie.


© Frits van der Waa 2006