Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 07-04-2003, Pagina 10, Kunst, Reportage

Bevlogenen leren scholieren musiceren

ROTTERDAM

Rotterdamse happening toont rijkdom aan ideeën voor beter muziekonderwijs Een eigen 'big band' deed wonderen op een school in Zwolle: het kan anders en beter met het Nederlandse muziekonderwijs, dat vooral op de lagere scholen lelijk in het slop is geraakt. 'Zingen voorkomt oorlogen! Dat moet je gewoon dóen!'

In de foyer speelt een jazzband van middelbare scholieren. Een stoet brugklassers baant zich een weg door het gezelschap van conservatoriumdirecteuren, muziekleraren, sociaal-cultureel werkers en politici. Het congresgebouw van De Rotterdamse Doelen loopt twee dagen lang over van muziek - van pop en jazz tot Liszt - en van enthousiaste verhalen en goede bedoelingen.

Onder het motto Z de toon! heeft De Kunstconnectie, de branchevereniging voor culturele educatie, een evenement georganiseerd dat het midden houdt tussen een festival, een beurs en een symposium. Het streven is nobel en noodzakelijk: een herbezinning op het muziekonderwijs in de breedste zin van het woord - van kleuterschool tot conservatorium.

Het muziekonderwijs in Nederland is een reus op lemen voeten. De conservatoria floreren, op de middelbare school krijgen alle leerlingen tegenwoordig CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming), maar de muziekscholen worstelen met krappe budgetten, en op de basisscholen is het helemaal droef gesteld met de muziek.

'De narigheid van het muziekonderwijs is dat we het zo gratuit aanbieden', fulmineert Johan Dorrestein. 'Je kunt muziek verruilen voor tekenen. Maar zo'n musisch vak als zingen voorkomt oorlogen! Dat moet je gewoon doen!'

Het welslagen van de muziekeducatie is voor een groot deel afhankelijk geworden van het particulier initiatief van bevlogenen. Dorrestein, artistiek leider van het Nederlands Blazers Ensemble, is zo'n bevlogene. Het NBE, dat al sinds tien jaar bij zijn Nieuwjaarsmatinee composities van kinderen laat horen, voert sinds enige tijd een vergelijkbaar project uit met een aantal middelbare scholen.

Componist en muziekdocent Huub de Vriend pakt het fundamenteler aan. Met zijn lesmethode Intro zet hij alle kinderen van de klas aan tot componeren en improviseren. 'Voordat muziek gespeeld wordt, wordt het verzonnen', zegt hij. 'Dus laten we bij het begin beginnen.'

Hij illustreert zijn methode met een simpele opdracht: de leerling krijgt drie pianotonen, waarmee hij moet improviseren op een van cd afkomstig akkoordenschema. De Vriend: 'Als iemand met die drie tonen iets kan spelen, en min of meer in de maat, ben ik tevreden. Noten lezen komt pas later. Als ze tegen hun grenzen oplopen krijgen ze daar vanzelf behoefte aan.'

Nog zo'n gedrevene is Hans van de Veerdonk, docent aan de muziekschool Amsterdam en bedenker van Muziekateliers, muziekvoorstellingen voor de basisschool waaraan de kinderen zelf deelnemen. 'Er zijn 220 basisscholen in Amsterdam,' vertelt hij. 'Een jaar of tien terug gebeurde daar op muziekgebied geen mallemoer.'

Bij de diverse voordrachten vallen allerlei jargonwoorden, zoals leerlijn, kerndoelen en authentiek leren, maar de meeste verhalen zijn helder en de keynote-speaker die in zijn slotwoord pleit voor een tenenkrommend 'stukje kwetsbaarheid' behoort gelukkig tot de uitzonderingen.

Het grootste succesverhaal is ongetwijfeld dat van het Agnieten College in Zwolle - 'een heel gewone middelbare school,' benadrukt directeur Janpieter Boudens herhaaldelijk - , dat in 1996 een eigen big band in het leven riep en zich sindsdien ontwikkeld heeft tot een school waar muziek een vooraanstaande plaats inneemt. Boudens: 'Muziek is een praktijkvak, de theorie komt later. Maar het is ook een echt vák, een volwaardig onderdeel in het aanbod.' Een daverend optreden van de Meander Big Band, voor de gelegenheid uitgebreid tot vijftig musici, bewijst dat dat geen loze bewoordingen zijn.

Al die initiatieven blijven natuurlijk verstrooide bloempjes op een ondergrond die veel weg heeft van een ruïne. ' Er is goed lesmateriaal voor de basisschool, maar er zijn te weinig onderwijzers die er wat mee aankunnen', stelt Nico Smit, lector Onderwijsvernieuwing aan de Haagse Hogeschool voor de Kunsten. 'Met twaalf contacturen muziek op de PABO ontdek je niet wat de kern van kunst is: het zélf maken. Slecht muziekonderwijs is erger dan géén muziekonderwijs, want het leidt tot iets wat strijdig is met het wezen van kunst: vrijblijvendheid.'


© Frits van der Waa 2006