Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 19-06-2003, Pagina 13, Kunst, Interview

'Werken met stemmen is het mooiste wat er is'

AMSTERDAM

Vanavond begint in Haarlem de tweede Internationale Koorbiënnale met Ein deutsches Requiem van Brahms, aangevoerd door Daniel Reuss, programmeur van het festival, en koordirigent van naam.

'Toen ik gevraagd werd om programmeur van de Koorbiënnale te worden heb ik gezegd: 'Goed, maar onder voorwaarde: dat ik ook zelf dirigeer' ', zegt Daniel Reuss. 'Ik wil best meehelpen met organiseren, maar ik ben toch allereerst iemand die muziek maakt.'

Zo opent de tweede aflevering van de Haarlemse Koorbiënnale vanavond in de St. Bavo-kerk met een uitvoering van Brahms' Ein deutsches Requiem door Cappella Amsterdam, het SWR Vokalensemble Stuttgart en Holland Symfonia, aangevoerd door Reuss.

In de tien dagen daarna biedt de Biënnale een fraai en rijkgeschakeerd programma met optredens van beroepskoren en vocale ensembles uit binnen- en buitenland, zoals het Nederlands Kamerkoor, de Tallis Scholars en het Lets Radiokoor. Op 28 juni wordt het festival afgesloten met opnieuw een Requiem, dat van Verdi, uitgevoerd door het Groot Omroepkoor en Holland Symfonia onder leiding van Ed Spanjaard.

De verschillende concerten zijn verbonden door een aantal rode draden. 'Drie koren zingen hetzelfde stuk van Schönberg, Friede auf Erden. Een andere lijn is de cyclus Dear March, come in van Robert Heppener, dat één keer integraal en twee keer gedeeltelijk te horen is. Zo kun je de klankkleur van de verschillende ensembles vergelijken.'

Naast deze concerten omvat de Biënnale een aantal speciale projecten, zoals Whispers of Heavenly Death I van Harry de Wit, waaraan 250 zangers uit verschillende koren in Haarlem zullen deelnemen. Ook vindt er een masterclass voor aankomende koordirigenten plaats, onder begeleiding van Uwe Gronostay en Hartmut Haenchen.

Koor- en orkestdirectie zijn verschillende disciplines. 'Een dirigent moet altijd heel goed weten hoe hij zijn ensemble zo mooi mogelijk kan laten klinken,' zegt Reuss. 'Een koordirigent kan best ook een goede orkestdirigent zijn, of andersom. Maar je hebt met heel andere dingen te maken. Op een viool kun je je leven lang op dezelfde manier spelen, maar het instrument van zangers is hun lichaam, en dat verandert met de jaren. 'Je moet dus - zeker bij beroepskoren, waar zangers een baan hebben tot aan hun pensioen - de opbouw van het koor in de gaten houden, om te zorgen dat het goed blijft mengen.'

Zo zijn er nog meer fysieke beperkingen: 'Als je een heel mooie hoge sopraan hebt, kun je die niet een heel programma lang moeilijke noten boven f-tweegestreept laten zingen. Dus die moet je dan in een volgend stuk bij de tweede sopranen zetten.'

Reuss (41) besloot op zijn zestiende dat hij koordirigent wilde worden. 'Ik zong toen in een universitair kamerkoor, bij Bruno de Greeve, en ik vond dat het mooiste wat er was, om alleen met stemmen iets te doen - prachtig en ontroerend, en dat vind ik nog steeds. Bepaalde emoties kun je alleen overbrengen met de menselijke stem, al vind ik het met instrumenten erbij inmiddels ook fantastisch.'

Hij was geruime tijd dirigent van het Nederlands Studenten Kamerkoor, een ervaring die hij als buitengewoon nuttig bestempelt: 'Omdat je met mensen werkt voor wie de muziek eigenlijk te moeilijk is, moet je allerlei foefjes verzinnen, om te zorgen dat ze het toch aankunnen.' Sinds 1991 is Reuss chefdirigent van Cappella Amsterdam, destijds een van de betere amateurkoren, dat hij in betrekkelijk korte tijd omvormde tot een professioneel ensemble dat evenzeer thuis is in oude, klassieke als in eigentijdse muziek.

'Er is nog steeds veel idealisme in het spel', zegt hij. 'We kunnen nog steeds maar de helft betalen van wat eigenlijk zou moeten.'

Naast zijn activiteiten met Cappella Amsterdam, dat hij nog steeds als zijn 'eigen' koor beschouwt, werkte Reuss als assistent van Philippe Herreweghe menigmaal met het Collegium Vocale Gent, een freelance-koor met zangers uit heel Europa, die blijkbaar goed over hem te spreken waren, want hij werd keer op keer voor buitenlandse gastdirecties gevraagd - met als bekroning zijn benoeming tot chef van het Berlijnse RIAS-Kammerchor, dat, onder een andere dirigent, in de Biënnale te horen zal zijn.

'Het is echt een gouden baan,' vindt Reuss, 'en voor mij precies op tijd. Ik ben nu 41, en voor niemand bang meer. Het RIAS heeft een fatsoenlijk budget en een eigen artistieke planning. Dus ik kan het nu zelf gaan uitbouwen. En met het koor klikte het meteen. Ze zochten een all-round-dirigent, en dat ben ik. Muziek is een universele taal: ik geloof niet in specialistendom.'

Tweede Internationale Koorbiënnale. 19-28 juni, Haarlem (diverse locaties). 023-5510067 of www.koorbiennale.nl


© Frits van der Waa 2006