Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 23-09-2003, Pagina 10, Kunst, Recensie

Toonslierten met inhoud redden zeeroversopera

Il Pirata, van Bellini, door het Radio Symfonie Orkest, Groot Omroepkoor en solisten onder leiding van Giuliano Carella. 20 september, Concertgebouw, Amsterdam. Vanavond Radio 4, 20.02 uur.
Don Giovanni, van Mozart, door The Royal Opera, Covent Garden o.l.v. Antonio Pappano. 21 september, Concertgebouw, Amsterdam.

Elf opera's componeerde Vincenzo Bellini voor hij op 33-jarige leeftijd de geest gaf. Il Pirata uit 1827, de derde uit die reeks, is relatief onbekend. Tijdens de concertante uitvoering in de ZaterdagMatinee werd duidelijk waarom. Hoewel de hoofdpersoon een zeerover is, draait de opera om het aloude landrottenprobleem van de driehoeksverhouding. Dat verhaal wordt aanvankelijk nog gesteund door malse muziek met talloze verrassende vondsten. Maar de inspiratie moet Bellini op een gegeven moment hebben verlaten, want halverwege belandt de muziek meer en meer in het ondiepe vaarwater van de clichés. Daar konden ook het voortreffelijk spelende Radio Symfonie Orkest en de toewijding van dirigent Giuliano Carella weinig aan verhelpen.

Het gaf allemaal niks, want de vrouwelijke hoofdrol werd gezongen door Nelly Miricioiù, de Roemeens-Engelse sopraan die al twintig jaar alleen maar haar neus hoeft te laten zien om het Matineepubliek in verrukking te brengen. Akkoord, de stembanden zitten wat minder strak dan vroeger, en de mezzo van bijrolzangeres Carole Wilson is misschien mooier, maar Miricioiù blijft een flamboyante persoonlijkheid, die haar partij, met riedels en toonslierten en al, diepte en inhoud weet te geven. Het weerwerk van tenor Stefano Secco en bariton Albert Shagidullin, de twee rivalen, klonk naar verhouding wat eendimensionaal.

Toch is Bellini's piraat een slappe tinus vergeleken bij die echte bandiet, wiens wederwaardigheden een dag later op hetzelfde podium met verve werden verklankt én verbeeld door een top-equipe, bijeengebracht door de Royal Opera Covent Garden. Natuurlijk, Mozarts Don Giovanni is zo ongeveer de beste opera aller tijden, maar deze semi-scenische, en helaas eenmalige vertolking sloeg menig aangeklede versie met stukken.

Het hele podium en bij wijlen ook de zaal vormden de speelvloer voor de vecht- en verkleedpartijen, waaraan vooral Gerald Finley als de Don en Erwin Schrott als zijn onwillige trawant Leporello zichtbaar plezier beleefden. Darren Jeffery en Rosemary Joshua waren alleraandoenlijkst als het volkse liefdespaartje Masetto en Zerlina, en in vocaal opzicht stalen Anna Netrebko (Donna Anna) en Ian Bostridge (Don Ottavio) de show. Afgezien van de individuele kwaliteiten was ook hun ensemblezang van een ongehoord niveau.

Dat alles ontrolde zich in een hoog, maar nergens opgefokt tempo, onder aanvoering van Antonio Pappano, chef en artistiek leider van Covent Garden, en een van de opmerkelijkste dirigenten van dit moment. Pappano strooide beurtelings peper en suiker in het orkest en kwam tot een combinatie van discipline en vrijmoedigheid die deze opvoering tot een onvergetelijke gebeurtenis maakte.


© Frits van der Waa 2006