Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 06-11-2003, Pagina 18K, Kunst katern, Recensie

Sprongsgewijs pianowerk

György Ligeti: Complete piano and harpsichord works. Erika Haase en Carmen Piazzini. Tacet.

Het was op 23 mei tachtig jaar geleden dat György Ligeti werd geboren in het Hongaarse plaatsje Discöszentmárton, dat nu een heel andere naam heeft, omdat het intussen in Roemenië ligt. Ligeti zelf nam in 1956 het besluit om zijn geboorteland te verlaten, en ontwikkelde zich in rap tempo tot één van de belangrijkste componisten van Europa.

Die ontwikkeling valt sprongsgewijs te beluisteren op de dubbel-cd met zijn complete werken voor piano en klavecimbel die de Duitse pianiste Erika Haase met haar Argentijnse collega Carmen Piazzini heeft opgenomen. Sprongsgewijs, want Ligeti heeft de piano gedurende twee vrij lange fasen in zijn loopbaan links laten liggen, en deed zich pas na 1985, het jaar dat hij zijn eerste boek met Etudes componeerde, kennen als een grootmeester van het klavier, wiens werk zich kan meten met dat van Debussy of Chopin.

Het is boeiend om in de oudere stukken al sporen aan te treffen van de later zo geprononceerde Ligeti-eigenschappen: een uitgesproken interesse in ritme, een scherp oor voor de pianoklank, en een voorkeur voor virtuositeit.

Toch is het vroegste werk op de cd, de vijf stukken voor piano vierhandig uit de jaren 1942-1950, vooral een geestig specimen van onderhoudende speelmuziek, in de voetsporen van Bartók. Datzelfde geldt voor drie korte solowerken uit 1947. Uit Musica Ricercata (1951-53) spreekt al een veel persoonlijker stijl. Het is een reeks van elf korte stukken waarin Ligeti meer maakt van minder: zo is het eerste stuk gebaseerd op octaaftransposities van één enkele toon.

Ligeti maakte in de jaren zestig naam met zijn 'klankveld'-composities. Het klavecimbelstuk Continuum uit 1968 is daarvan een sterk voorbeeld: een onafgebroken stroom van klank die de vingers van de speler drie minuten lang danig op de proef stelt. Er is een duidelijke verwantschap met minimal music, maar woekeraar Ligeti haalt altijd het maximale uit zijn materiaal. En dat geldt nog meer voor de Etudes, die de gehele tweede cd vullen. Het is muziek met een ongelooflijke rijkdom en een extreme gelaagdheid, waarin de motieven in verschillende tempi en ritmes dooreenlopen.

Erika Haases pianospel is minder fel en veelkleurig dan dat van de flamboyante Ligeti-vertolker Pierre-Laurent Aimard, maar ze staat haar mannetje. En hoe veeleisend de muziek ook voor de speler mag zijn, voor de luisteraar is ze altijd toegankelijk.

John Cage: Four Walls. Haydée Schvartz, piano. Mode.

Hoofdschotel op deze cd, die deel uitmaakt van een complete John Cage-editie, is Four Walls, een weinig bekend pianowerk uit 1944. Het is de vrucht van de eerste omvangrijke samenwerking tussen Cage en choreograaf Merce Cunningham. Cage gebruikt uitsluitend de witte toetsen van het instrument, wat nu eens leidt tot een Satie-achtige verstilling, maar bij vlagen ook tot ongewoon dissonante en duistere klanken. De vertolking van de Argentijnse pianiste Haydée Schvartz is zeer genuanceerd en ademt gepaste distantie. Een saillant extraatje vormen de Three Easy Pieces uit 1933, een tijd dat Cage nog geen Cage was - maar toch al een duidelijke voorliefde aan de dag legde voor muziek die niet van zijn plaats komt.

Masters of the Piano Roll: Gershwin plays Gershwin. Dal Segno.

Tussen 1919 en 1926 speelde George Gershwin voor de firma Duo-Art een groot aantal pianolarollen vol, met onder andere zijn befaamde Rhapsody in Blue. Fascinerend materiaal, en zeker in deze excellente opname, waarin de rollen met behulp van een apparaat met 'vilten vingers' worden afgespeeld op een echte vleugel. Het resultaat: Gershwin in eigen persoon. Niets aan deze bruisende muziek verraadt dat hier een machine in het spel is geweest.


© Frits van der Waa 2006