Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 21-08-2004, Pagina 13, Kunst, Recensie

Mooie verklanking van Russische ziel

Glinka, Katsjatoerian en Moesorgski door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Hans Leenders. 19 augustus, Concertgebouw, Amsterdam. Herhaling: Amsterdam, 21-8.

Met roetsjende strijkers, keffende blazers en een pedant ploffende pauk maakte dirigent Hans Leenders donderdag zijn debuut bij het Koninklijk Concertgebouw. Glinka's ouverture Roeslan en Loedmilla was een feestelijke binnenkomer, die de 33-jarige dirigent zodanig aanscherpte dat het resultaat bijna een parodie werd.

Leenders weet duidelijk wat hij doet, en de Russische ziel die in dit programma in drievoud aan bod kwam, heeft voor hem kennelijk weinig geheimen meer. Geen wonder: als assistent-dirigent van Valeri Gergjev heeft hij jarenlang uitvoeringen van het Rotterdams Philharmonisch Orkest ingezeept.

Hoewel Leenders' stijl enige verwantschap vertoont met die van Gergjev, zoals het weidse gebaar en de aanzwengelende linkerhand, is zijn benadering wat minder ongedwongen en ook iets minder gericht op het verhogen van het adrenalinepeil van de musici, maar veeleer op het blootleggen van veelzeggende details en kleurcontrasten. Daar bood de Schilderijententoonstelling van Moesorgski hem alle gelegenheid toe, want dit werk is een prachtige uitstalkast die zowel snuisterijtjes als ontladingen met een symfonische grandeur bevat.

Het koper werkte aanvankelijk niet erg mee en produceerde een paar missers van het soort dat je bij het KCO niet zou mogen aantreffen. Gelukkig was het bij de glorieuze finale, De grote poort van Kiev, weer helemaal paraat. Het siert Leenders dat hij hier een maximaal effect bereikte zonder maximale decibellen.

De flitsende onderdelen, zoals het markttafereel en het kuikentjesballet, kregen puntig en accuraat gestalte. In de rustiger passages nam Leenders een enkele maal zo veel gas terug dat de voortgang bijna in gevaar kwam, maar dat pakte even vaak goed uit. Vooral zijn behandeling van de duistere catacomben was een effectieve stilte voor de storm die in het daaropvolgende De hut van Baba Yaga losbreekt.

In het Vioolconcert van Katsjatoerian liet Leenders horen dat hij ook een kundig begeleider is, maar heel veel vreugde viel er niet te beleven aan het wat langdradige stuk. Het spel van solist Vesko Eschkenazy, een van de twee concertmeesters van het KCO, maakte een nogal routineuze indruk.


© Frits van der Waa 2006