Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 12 augustus 2005 (pagina 14)

Haitink verleent aan Mahlers Zevende een onderhuidse spanning

Zevende Symfonie van Gustav Mahler. Door het European Union Youth Orchestra o.l.v. Bernard Haitink. 10 augustus, Concertgebouw, Amsterdam.

'Mijn muzikale thuis' noemde Gustav Mahler Amsterdam ooit, en inderdaad, zelfs 94 jaar na zijn dood is hij er nog altijd niet weg te denken. Ook in de serie Robecozomerconcerten, die dit seizoen nadrukkelijk aandacht besteedt aan de Franse muziek, duikt zijn werk meermalen op. Dat begon woensdag met een indringende uitvoering voor een uitverkocht huis van zijn Zevende Symfonie door het European Union Youth Orchestra (EUYO) onder leiding van Mahler-expert par excellence, Bernard Haitink.

Over Mahlers Zevende wordt minder vaak geredekaveld dan over zijn andere grote werken, en dat zou wel eens kunnen komen doordat het een van zijn meest abstracte composities is, die bovendien is gecomponeerd in een periode dat het de componist voor de wind ging, zodat er geen verbindingen kunnen worden gelegd met tragische aspecten van zijn levensloop. Volkomen abstract is het overigens ook weer niet, gezien het gebruik van koebellen, de jubelende triomffanfare aan het slot en de titels van de delen twee en vier, die beide door de componist worden aangeduid als 'Nachtmusik'.

Wel is duidelijk dat dit muziek is die 'zichzelf ondervraagt', zoals de componist Hans Werner Henze het eens formuleerde in een essay over Mahler. In de Zevende laat Mahler voortdurend nieuwe lagen over de voorgaande muziek heen spoelen, zoals golven in een wassend getij de kustlijn opnieuw definiëren. Daarbij zet hij van tijd tot tijd ook nog eens het fundament van de traditionele harmonieleer onder water.

Haitink weet als geen ander deze quasi-onsamenhangende gebeurtenissen zowel coherentie en logica als onderhuidse spanning te verlenen. Zelfs het gehops waarmee de muziek overspringt van de ene toonsoort naar de andere krijgt bij hem een vanzelfsprekende elegantie, waarbij het lenige spel van de houtblazers van het EUYO goede diensten bewijst. Vooral het derde deel, het Scherzo, is een regelrecht avontuur, een wildwatertocht vol anaconda's en verstrikkende lianen, maar ook met koddige luwtes en hikkende klarinetten. En in de Finale munt hij uit door de stoere taal te vrijwaren van borstklopperij. Daar zou Valeri Gergjev, die bij het Rotterdams Philharmonisch grossiert in Mahlers vol spierballenvertoon, een puntje aan kunnen zuigen.

Het EUYO, een parel onder de diverse toch alleszins respectabele jeugdorkesten die 's zomers over de wereld reizen, treedt op 23 augustus opnieuw op in de Robecoserie. Op de bok staat dan John Eliot Gardiner, en het programma vermeldt werken van Ravel en Walton.


© Frits van der Waa 2006