Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 4 maart 2006 (pagina 15)

Meeslepende symfonie Johan de Meij tilt NNO naar grote hoogten

Berlioz, De Falla en De Meij, door het Noord Nederlands Orkest o.l.v. Otto Tausk. 2 maart, De Doelen, Rotterdam. Herhaling: Groningen (vanavond).

Het is niet ondenkbaar dat vanavond het dak van De Oosterpoort in Groningen vliegt. Zelfs de Grote Zaal van de Rotterdamse Doelen was amper ruim genoeg om de baaierd van geluid te bevatten die Johan de Meij ontketent in zijn Symfonie nr.3.

Het werk heeft niet voor niets de ondertitel Planet Earth meegekregen. Het Noord Nederlands Orkest (NNO) zal er veel extra musici voor moeten hebben inhuren, om nog maar te zwijgen van het vrouwenkoor, het lichtorgel en het elektronische aandeel van gamescomposer Joris de Man.

De Meij (1953) is waarschijnlijk wereldwijd de meest gespeelde Nederlandse componist. Aanvankelijk heeft hij naam gemaakt in de wereld van de harmonieorkesten. Dat is vooral te danken aan zijn Eerste Symfonie, die geïnspireerd is op The Lord of the Rings en dermate smakelijke muziek bevat dat velen de mening zijn toegedaan dat Peter Jackson de verkeerde componist heeft gekozen voor zijn verfilming van Tolkiens epos.

De Derde Symfonie, geschreven op verzoek van het NNO, is De Meijs eerste werk dat rechtstreeks voor een symfonieorkest geconcipieerd is. Hij haalt dan ook het onderste uit de kan. Hoewel de drie delen een tijdsduur van drie kwartier beslaan en het overgrote deel gebaseerd is op een pendelbeweging van twee majeurakkoorden, is het een bijzonder meeslepend werk. Dat komt doordat het allemaal fantastisch klinkt, van de elektronische oersoep-met-onweer die aan het woeste, ledige begin klinkt, tot en met de heroïsch pompende slotdaveringen waaraan alleen nog een langsrollend doek met aftiteling ontbreekt.

De muziek mag zich tussen kunst en kitsch bewegen, bevattelijk is ze absoluut - en De Meij is listig genoeg om tussendoor een paar knipoogjes naar Louis Andriessens De Staat te werpen. De dames van het Noord Nederlands Concertkoor weerden zich kranig, en het NNO bloeide helemaal op in de Rotterdamse akoestiek, mede dankzij de bezielende leiding van Otto Tausk.

Het voorprogramma, de Chasse royale et orage uit Berlioz' Les Troyens en de Noches en los jardines de España, met een stuiterende solopartij van Ralph van Raat, rijmt geraffineerd met de Latijnse wendingen en de blikseminslagen die volgen in De Meijs wereldomvattende werk.


© Frits van der Waa 2006