Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 3 april 2006 (pagina 11)

Muziek kleurt zwartwit-epos

Nieuw Babylon, film van Kozintsev en Trauberg met muziek van Sjostakovitsj. Gelders Orkest o.l.v. Timothy Brock. Muziekgebouw Amsterdam (31/3). Herhaling: Nijmegen (4/4).

Ook in Rusland moeten de jaren '20 een mooie tijd geweest zijn, althans zolang je vóór de Revolutie van 1917 niet tot de verguisde bourgeoisie had behoord. De geestdrift waarmee het jonge communisme werd omhelsd is duidelijk af te zien aan de film Nieuw Babylon, waarvoor de jonge cineasten Grigori Kozintsev en Leonid Trauberg in 1928 de handen ineensloegen met de nog jongere componist Dmitri Sjostakovitsj.

Dat zijn nu grote namen, maar indertijd was de combinatie geen succes. Om te beginnen was Sjostakovitsj' muziek te moeilijk voor een gewoon bioscooporkest, zodat die al snel werd vervangen door potpourri's van gebruiksmuziek. Verder liep het tijdperk van de zwijgende film niet lang daarna ten einde. Pas in de jaren tachtig was Nieuw Babylon weer te zien zoals hij oorspronkelijk bedoeld was.

Omdat Sjostakovitsj dit jaar honderd jaar geleden geboren is, is de tijd rijp voor een nieuwe reeks vertoningen van dit meesterwerk over de met geweld neergeslagen Commune-opstand uit 1871. Revolutionair is het in meer dan één opzicht, zo bleek vrijdag bij de vertoning in het Amsterdamse Muziekgebouw met live-begeleiding door het Gelders Orkest, dat de klus onder leiding van Timothy Brock moeiteloos klaarde. Het raffinement waarmee Kozintsev en Trauberg montage, beeldritme en andere technische noviteiten hanteren evenaart dat van Eisenstein, die kort daarvoor zijn Potemkin had gemaakt. Nog vernieuwender is de wisselwerking met de muziek, die soms lijnrecht in tegenspraak lijkt met de beelden, en daarom des te navranter uitwerkt. Sjostakovitsj had als aankomend student jarenlang films begeleid in bioscopen en kende zijn pappenheimers.

Het procédé van de interne tegenspraak zit ook in de film zelf, die opent met beelden van een feestend Parijs anno 1870 bij het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog, doorsneden met shots van ploeterende arbeiders. De muziek die Sjostakovitsj hieraan toevoegt is van eenzelfde geforceerde uitgelatenheid die hij later zou toepassen in menige 'Sovjet'-symfonie.

Ook citeert hij er vrolijk op los: de Marseillaise komt langs, gecombineerd met de cancan uit Offenbachs Orphée aux enfers. Ook hier reeds de dubbele bodem die zo veel van zijn latere werk kenmerkt. Maar nog karakteristieker zijn de voortdenderende ostinati, pendelbassen en mokerende ritmes die de boodschap even hardhandig erin hameren als de eindeloze regenbuien die aan het eind neergutsen op de soldaat die de zijde van het kapitalisme heeft gekozen en daarom de opdracht krijgt het graf voor zijn terechtgestelde geliefde te delven.

Zwartwit, dat is het zeker, met zichtbare schmink en vet aangezet acteerwerk. Desondanks is Nieuw Babylon, zelfs na meer dan 75 jaar, eerder meeslepend dan melodramatisch.


© Frits van der Waa 2006