de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 8 juli 2006 (pagina 15) (pagina 10)
Lof voor dirigent én geluidsman
Die Zauberflöte, van Mozart, door het Noord Nederlands Orkest, Noord Nederlands Concertkoor en
solisten o.l.v. Jan Willem de Vriend en Eva Buchmann. 6 juli, Vismarkt, Groningen.
Bij een openluchtvoorstelling, waarin zestien zangers met een microfoontje rondlopen, en ook
nog een heel koor en orkest door de ruimte gestuurd moeten worden, is de geluidsbalans bijna nog meer
een zaak van de techniek dan van de dirigent. De mannen achter de knoppen, die donderdag de
geluidsregie verzorgden bij Mozarts Die Zauberflöte, komt dan ook evenveel lof toe als
dirigent Jan Willem de Vriend. Dat de eerste koorinzet bleef steken in een dicht schuifje was een
ongelukje.
Tweeduizend mensen waren getuige van de semi-scenische uitvoering van Noord Nederlands Orkest
op de Groningse Vismarkt. Daar prijkte een schitterend podium, waarvan de buizen en het doorzichtig
plastic de contouren volgden van de erachter gelegen Korenbeurs.
Het orkest had er zin in, net als de cast, die overwegend bestond uit jonge, en vooral
getalenteerde zangers. Zonder decor, maar met kostuums en een paar rekwisieten, speelden en zongen
ze met overgave hun rollen in het rare sprookje waarin Mozart en zijn librettist Schikaneder ook
nog eens allerlei vrijmetselaarssymboliek hebben verwerkt. Tenor Juan Carlos Falcon was een
innemende sprookjesprins, wiens zang echter door de geluidsversterking genadeloos tot in het
kleinste bevinkje werd uitvergroot. De stralende sopraan van zijn tegenspeelster Pamina (Julia
Neumann) was daar beter tegen bestand. Pamina en haar moeder, de Koningin van de Nacht (de zeer
kordate Natalja Yakovleva) waren door regisseuse Eva Buchmann uitgedost met wuivende
verenhoofdtooien, waarmee een sinds 1791 onbelicht gebleven familieverwantschap met het
vogeltjesmensenkoppel Papageno-Papagena werd gesuggereerd. De Poolse bas Piotr Micinski zette
de mannelijke helft sterk neer, uitgedost als een stadsnomade, inclusief een karretje vol
vogelkooien.
Bij wijze van contrast waren de drie dames uitgerust met bloemetjeshoeden, mantelpakjes en
golfsticks. Hun eerste entree kreeg een wat merkwaardig aanzien doordat tegelijkertijd drie
met rode petjes uitgedoste leden van de hulpdienst terzijde van het podium de markt op wandelden.
Het buitenleven blijft moeilijk te verenigen met de illusie van de opera.
De Vriend, die faam heeft verworven met zijn eigen Combattimento Consort, treedt het komend
seizoen aan als chef bij het Orkest van het Oosten. Deze Zauberflöte laat er geen twijfel over
bestaan dat hij weet te enthousiasmeren. De langzame aria's kregen onder zijn handen evenwel een
met geestdrift geponeerde traagheid. Maar de lichtflitsen, de donderplaat en de rookbommen die
ook in het originele libretto de voornaamste levensbedreigende elementen zijn, maakten dat
allemaal weer goed.
© Frits van der Waa 2006