de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 31 juli 2006 (pagina 12)
Betoverende klankspinsels uit nietig instrument
Drie dagen lang gonst, snerpt en zoemt het in het Amsterdamse Muziekgebouw tijdens het Internationale
Mondharp Festival. Is dat een zwerm bromvliegen?
'Niet bijten!' adviseert Tran Quang Hai. 'Houd het instrument tegen je lippen, tokkel dan
zachtjes en beweeg je mond.' Uit het kringetje van tien workshopdeelnemers stijgen wanordelijke
zoemende en twangende geluiden op. Allemaal hanteren ze een klein Vietnamees mondharpje, de meesten
voor de eerste keer. Tran, de 62-jarige grootmeester van het instrument, hupst enthousiast van de
een naar de ander. 'Het belangrijkste is hoe je de mondholte groter en kleiner maakt', legt hij uit.
'Het kan ook met een creditcard, kijk maar.' Hij voegt de daad bij het woord, en binnen de kortste
keren zit het hele gezelschap ploppende geluiden uit pin- en bonuspassen te plukken.
Maar Tran gebruikt ook geavanceerder lesmateriaal. In het midden van de kring staat een laptop
met een microfoontje. Op het scherm laat een frequentieanalyseprogramma haarscherp zien welke
tonen er in elke klank verscholen liggen. Een groot deel van de stoomcursus mondharptechniek wordt
besteed aan het zingen van boventonen. Dat is namelijk de kern van het bespelen van de mondharp,
dat nederige instrument dat maar één toon produceert, maar wel als een van de weinige in de
hele wereld een variabele klankkast heeft, namelijk de mondholte.
Drie dagen lang gonst, snerpt en zoemt het in het Amsterdamse Muziekgebouw tijdens het Internationale
Mondharp Festival. Vooral de dagelijkse mondharpmarkt doet van verre denken aan een zwerm in paniek
geraakte bromvliegen. Mondharpen zijn er in alle soorten en maten, van goedkope fabrieksexemplaren
(vijf euro) tot een exemplaar met verstelbare toonhoogte, dat achthonderd euro moet kosten en
eruitziet als een chirurgisch instrument.
Ook spelers en publiek zijn van heinde en verre gekomen voor deze unieke vlootschouw. Het Muziekgebouw
had al in de tijd toen het nog De IJsbreker heette een traditie van bijzondere instrumentenprojecten,
maar het mondharpfestival spant daarin de kroon. De eerste keer dat het gehouden werd was in Iowa,
in 1984. Dit is de vijfde aflevering.
De mondharp is een volksinstrument, dus beroepsspelers zijn er niet veel. Het lichte gestuntel van het
trio Strijk en Zet, dat tussen de bedrijven door omstandig moet zoeken in kistjes vol mondharpen, is
vertederend, maar ze spelen er niet minder om. Nog ontwapenender is het naturel gedrag van de
Zuid-Afrikaanse mondharpiste Madosini, tevens specialiste op de verwante mondboog, of dat van de vier
dames van het Japanse mukkuri-kwartet. Nationale klederdrachten maken de show compleet.
Het mondharprepertoire begint met traditionele liedjes, maar waar het ophoudt, is nauwelijks te zeggen.
Virtuoze spelers produceren schijn-meerstemmigheid, en soms zelfs elektronisch aandoende draaikolken
van timbres en boventonen. Wel is in vrijwel alle gevallen de microfoon een belangrijk hulpmiddel om
de bescheiden draagkracht van het instrument vergroten.
In een nieuw gecomponeerd werk, Air Music, verkent de Oezbeekse componist Artyom Kim niet alleen
de vermenging van mondharp en slagwerk, maar ook de ruimtelijke mogelijkheden van het Muziekgebouw. Het
is een geslaagd stuk, ook al is Kim zelf er niet bij, omdat de Immigratiedienst hem geen visum wilde
geven. Saillant zijn ook de mondharpconcerten die Johann Georg Albrechtsberger (leermeester van
Beethoven) omstreeks 1770 componeerde. Solist Albin Paulus bedient zich hiervoor van twee setjes met
klemmetjes aan elkaar bevestigde mondharpen, zodat hij van akkoord kan wisselen. Zijn behendigheid
is groot, en Albrechtsbergers elegante muziek getuigt van grote affiniteit met het instrument.
Wonderbaarlijker nog is het optreden van de 26-jarige Chinees Wang Li, die uit vliesdunne koperblaadjes
de betoverendste meerstemmige klankspinsels loszingt. Tegenover deze poëzie staat dan weer het
adembenemende spel van het Indiase kwartet Morsing Tarang, dat hoorbaar stoelt op de strenge systematiek
van een eeuwenoude slagwerktraditie. De mondharp mag dan een nietig instrument zijn, de bespelers zijn
in elk geval van wereldformaat.
© Frits van der Waa 2006