Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 augustus 2006 (pagina 13)

De zwanenzang van Musica Antiqua is nog niet ten einde

Mozart, J.C. Bach en Jommelli, door Musica Antiqua Köln o.l.v. Rüdiger Lotter. 14 Augustus, Concertgebouw, Amsterdam.

Musica Antiqua Köln, een van de meest roemruchte ensembles uit de oude muziek, gaf maandag zijn laatste optreden in Nederland. Maar oprichter Reinhard Goebel was er niet bij, om niet nader genoemde 'gezondheidsredenen'. Het zijn dergelijke redenen die Goebel hebben doen besluiten zijn viool aan de wilgen te hangen en Musica Antiqua te ontbinden. Maar de zwanenzang van het ensemble is nog niet ten einde. Tot eind november geeft het nog concerten en maakt bovendien tournees door Azië en de USA.

Het programma in het Concertgebouw had als motto 'Mozart op reis' en was helemaal toegesneden op het verblijf van de destijds 9-jarige componist in Nederland. Naast werken van de jonge Mozart stonden composities van Niccolò Jommelli en de door hem zeer bewonderde Johann Christian Bach. Daarmee was het een kenmerkende keus voor Musica Antiqua, dat altijd waarde heeft gehecht aan minder bekend repertoire en aan de muziek uit de overgangstijd tussen barok en klassiek.

Aandoenlijk was het symfonietje KV 16 dat Mozart in 1765 componeerde – dat was trouwens in Engeland, nog voor zijn aankomst in Nederland. Hoewel de toonladder- en drieklankfiguren vrij rudimentair zijn, blijft het voor een jongetje natuurlijk een geniaal werkstuk. De natuurhoorns van Musica Antiqua knerpten en hobbelden hier al op authentieke wijze, wat ze het hele concert bleven doen. Zo wekte het ensemble de suggestie dat hier wel eens sprake zou kunnen zijn van de 'remmende voorsprong': het pionierswerk van weleer heeft zijn vruchten afgeworpen, maar daarmee zijn de voorvechters van het eerste uur ingehaald door de jongere garde.

De interpretaties van Musica Antiqua hadden altijd al een zekere ruigharigheid, die ook zijn aangename kanten had. Ook uit dit concert spraken enthousiasme, energie en visoenen van een scherp en helder klankbeeld. De hoofdmelodieën kregen recht omlijnd gestalte, met timbres die soms een onaards aura hadden, speciaal in de altviool. Hobo's en fluiten waren boven kritiek verheven.

In de details, en speciaal in de middenstemmen, rommelde het daarentegen herhaaldelijk. En violist Rüdiger Lotter, die als aanvoerder de honneurs waarnam voor Goebel, sloeg bij een rappe passage in Bachs Vioolconcert op hol. Musica Antiqua heeft zijn beste dagen blijkbaar echt gehad.

Dat neemt niet weg dat het een aardig concert was, want de Symfonie KV 81 uit 1770 toont de grote sprong voorwaarts die Mozart in vijf jaar gemaakt had. En Gallimathias Musicum (waarvan de partituur tot op de dag van vandaag in Den Haag ligt) is een uitgesproken humoristisch stuk, dat onbesuisd van de hak op de tak springt, maar ook menig snuisterijtje bevat.


© Frits van der Waa 2006