Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 18 december 2006 (pagina 10)

Wat waren ze kleiïg, dwars en zwoel, die 'tijdgenoten'

'Moeilijke' muziek uit de jaren vijftig wekt nu vertedering

Van Baaren, Schat, Andriessen en Berio door het Asko Ensemble. Concertgebouw Amsterdam (16/12)

De serie heet Tijdgenoten, maar wat er zaterdag in het Concertgebouw bij het Asko Ensemble klonk, waren rijmpjes en versjes uit de oude doos: een programma met uitsluitend werk uit de jaren vijftig. Werk van aandoenlijke charme, dat wel. Nederlandse nieuwlichters van een halve eeuw terug werden gespiegeld aan Luciano Berio – die natuurlijk wel weer hún tijdgenoot was.

Peter Schat, Louis Andriessen en hun leermeester Kees van Baaren waren hier eerstelingen op het gebied van het serialisme, waarin toonreeksen, 'matrixen' en 'parameters' het verloop van de muziek bepaalden. Hun vroege seriële werken wortelen desondanks stevig in de Hollandse klei. Die charme heeft Van Baarens Septet uit 1952, waarin twaalftoonreeksen op neo-klassieke wijze zijn gedrapeerd om drieklanken en vergelijkbare consonanten.

Vijf jaar nadien componeerde Peter Schat een Septet waarin al een voorkeur voor stekeliger klanken te beluisteren valt. Toch is ook hier ruimte voor lyriek, speelsheid en zelfs euforie, meer dan in Schats wat vlakke Twee stukken voor fluit, trompet, viool en slagwerk.

De destijds 20-jarige Louis Andriessen moet zijn Percosse, ook uit 1959, voor hetzelfde clubje musici hebben geschreven, al heeft hij de viool ingeruild voor een fagot. Het is een lekker dwars bedenksel, met ritme als belangrijke drijfveer.

De drie werken van Berio in dit tweeluik zijn al even bondig. Opvallend is dat bij Berio (toen omstreeks de dertig), de techniek geen beperkende factor meer is. In El Mar la mar, met gepaste zwoelheid gezongen door het sirenenpaar Marieke Koster en Barbara Kozelj, versmelten begeleidende instrumenten tot een iriserend geheel. Het soberder Chamber Music bevat rake tekstuitbeeldingen van de woorden 'dans' en 'wind'. Maar het fascinerendste onderdeel was het elektronische Thema (Omaggio a Joyce), waarin Berio de stem van Cathy Berberian fragmenteert tot stofwolken van klank. De essentie van Berio's muziek, samengebald in 6 minuten en 12 seconden.


© Frits van der Waa 2006