Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 augustus 2007 (pagina 14)

Niveau NJO onder de maat

Beethoven en Haydn, door de NJO Summer Academy o.l.v. Jos van Immerseel. Amsterdam, Concertgebouw, 30 juli. Herhaling: Zutphen (2), Arnhem (3), Apeldoorn (4), Nijmegen (5 augustus).

Met ingang van dinsdag is het zwaartepunt van het Nederlandse klassieke muziekleven verplaatst van Amsterdam naar de driehoek Nijmegen-Groenlo-Nunspeet. In drie weken tijd brengt de Gelderse Muziekzomer tachtig optredens en evenementen, waaronder een fietstocht, pianoweek en een aantal marathonconcerten.

De ruggengraat van de programmering wordt gevormd door de concerten van de NJO Summer Academy. De afkorting NJO stond ooit voor het Nationaal Jeugd Orkest, maar is nu de paraplu waaronder een achttal deelorkesten opereren, samengesteld uit 140 jonge musici uit tientallen landen. De organisatie neemt met ingang van dit seizoen ook de programmering van de Muziekzomer voor zijn rekening. Speciale gast is de Engelse componist George Benjamin, aan wie zondag een compleet dagprogramma gewijd is in het gebouw van Radio Kootwijk.

De officiële aftrap vindt morgen plaats in Arnhem, maar het Orkest van de Negentiende eeuw van de NJO Summer Academy, zoals het voluit heet, nam daar maandag al een voorschot op in het Amsterdamse Concertgebouw tijdens de Robeco-Zomerconcerten. Onder aanvoering van Jos van Immerseel klonken daar de ouverture Die Geschöpfe des Prometheus en het Vioolconcert van Beethoven alsmede de 'Londense' Symfonie van Haydn.

Hoewel het NJO dit jaar zijn 50-jarig jubileum viert, klonk de uitvoering allesbehalve feestelijk. En als je daarbij bedenkt dat het gezelschap er al een week repeteren plus uitvoeringen in Brugge en Veere op heeft zitten, valt er weinig goed te praten aan het zwemmerige geluid dat de strijkers ten beste gaven. Hoewel Van Immerseel zo te horen wel ijverig heeft gewerkt aan de balans, wilde het orkest vooral in de rappe passages maar geen eenheid worden. De contouren van Prometheus en de 'Londense' stonden er wel, en stuwkracht kon het spel niet ontzegd worden, maar voortdurend lagen er wankelmoedigheden op de loer.

Onbehaaglijker waren de gewaarwordingen tijdens het Vioolconcert. De strijkers kwamen hier beter uit de verf, maar nu schortte er weer veel aan de intonatie van de houtblazer. Toch kwamen de voornaamste oorkwellingen van de soliste Midori Seiler (niet te verwarren met de twee jaar jongere violiste Midori Goto). Seiler maakte de indruk dat ze elders was met haar gedachten en liet een iel geluid horen dat klonk alsof ze door het orkest in het nauw gedreven werd, waarbij ze vrijwel steeds tegen de toon aan speelde. Pas in het joyeuze slotdeel, dat door Van Immerseel met grote voortvarendheid werd neergezet, kwam alles min of meer op zijn pootjes terecht. Het blijft natuurlijk een ad hoc-orkest, dus een beetje welwillendheid is wel op zijn plaats. Maar gezien het niveau dat het NJO in het verleden gewoonlijk wist te halen stelde dit optreden desondanks flink teleur.


© Frits van der Waa 2007