Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 21 maart 2009 (pagina 07)

Mezzo als muze in flexibele liedcyclus

Van der Aa e.a. Concertgebouworkest o.l.v. Ed Spanjaard. 19/3, A'dam. Radio 4: 12/4, 14.15 uur.

Een klein beetje angstig is het Concertgebouwpubliek toch wel voor nieuwe muziek. Werk van Berg uit 1928, een symfonie van Hartmann uit 1938 en een nieuwe liedcyclus van Michel van der Aa zorgde voor lege randen in de normaal totaal gevulde zaal. En het was nog wel zo'n mooi programma.

De fusie van gepassioneerde en onthutsende klanken in Bergs Lyrische Suite en de massieve, maar aldoor avontuurlijke muziek van Hartmanns Zesde Symfonie sloten wonderwel aan bij de toontaal die Van der Aa bezigt in zijn Spaces of Blank. Christianne Stotijn, voor wie het werk is geschreven, heeft als een ware muze de zanger in Van der Aa gewekt. De 39-jarige componist, groot geworden met multidisciplinair werk en toegepaste elektronica, heeft een heuse, driedelige liedcyclus geschreven waarin alleen een bescheiden Mac-speler wat extra kleur toevoegt. Het overgrote deel van de getinte timbres komt uit het orkest.

In een idioom dat tegelijkertijd sec en weelderig is, en absoluut coherent maar nauwelijks grondtonig, ontvouwt Van der Aa flexibele klankmengsels, koele akkoorden in de trant van Stravinsky, pompende basnoten à la Puccini en voortstormende herhaalde noten die doen denken aan het angstigste lied uit de muziekgeschiedenis, Schuberts Erlkönig.

Het thema 'angst' is de verbindende factor in de gedichten van Emily Dickinson, Rosalie Hirs en Anne Carson, die Van der Aa bijeen heeft gebracht. Mezzo Stotijn komt niet in de knel door al die benauwenis, maar legt waar nodig huiver in haar stem en brengt de teksten helder en vloeiend over het voetlicht. Het meest geïnspireerd is het tweede deel, een grote spanningsboog die begint en terugkeert in een bijna-niets.

Dirigent Ed Spanjaard gidste het Koninklijk Concertgebouworkest toegewijd door Berg en Van der Aa, maar echt geestdriftig werd hij pas in Hartmanns Zesde, waarin hij indruk maakte met de manier waarop hij deze mastodont in toom wist te houden.


© Frits van der Waa 2009