Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 4 december 2009

Fris timbre dat altijd onder controle blijft

Anna Caterina Antonacci. 1 december, Concertgebouw, Amsterdam.

Ze heeft bepaald niet dikwijls opgetreden in Nederland, maar die paar keer dat ze er was, gaf de Italiaanse sopraan Anna Caterina Antonacci voldoende reden om benieuwd te zijn naar haar volgende bezoek. In 2004 zong ze in Mozarts Idomeneo bij De Nederlandse Opera, drie jaar later bracht ze 16de-eeuwse madrigalen in het Holland Festival, en afgelopen winter zong ze Berlioz in Rotterdam. Nu stond Antonacci dan in de Kleine Zaal met liederen uit het fin de siècle.

Ze wordt wel vergeleken met de vijf jaar jongere Cecilia Bartoli, maar die vergelijking gaat eigenlijk niet op, al zijn ze beiden flexibel en eigengereid. Bij Antonacci, zo bleek ook afgelopen dinsdag, spat de energie er niet ogenblikkelijk vanaf. Haar stijl is eerder die van een grande dame. Maar ze heeft wel meer registers tot haar beschikking.

Cinq mélodies van Fauré bleek meteen al een staalkaart van doseerkunst: na een bijna stormachtige opening volgden floersige intimiteit, pastorale eenvoud en bedekte passie, dat alles in een fris timbre dat kan metamorfoseren naar volvet, maar altijd perfect onder controle blijft.

In een vijftal liederen van Reynaldo Hahn heerste een vergelijkbare atmosfeer. Vooral hier toonde pianist Donald Sulzen zich een begeleider die uit subtiel gestapelde klankpeluwtjes een meegevende ondergrond bouwt, die toch Antonacci’s volste gewicht kan torsen.

Een stuk of wat Engelstalige liedjes van Paolo Tosti waren vooral curieus en kregen een aplomb dat niet overeenstemde met de inhoud. Werk van Tirandelli, Cimara en Toscanini vormde de aanloop naar een sublieme finale, waarin Antonacci aan de hand van Respighi, Zandonai en – in de toegift – Mascagni steeds meer in het Italiaanse operavaarwater kwam, dat kennelijk toch haar natuurlijke element is.


© Frits van der Waa 2009